MIJN BEDEVAART NAAR SOBIBOR (18 april – 21 april 2015)
Zaterdag 18 april 2015
Vanmorgen om 19.45 vertrokken naar Schiphol. Ik zag al wat mensen van de groep; het douane-gebeuren ging heel snel. Mijn mitella heeft voordelen. Ik hoefde niets in bakjes te leggen en geen jas/riem of schoenen uit te trekken.
In het vliegtuig kwam Maarten, de voorzitter van de Stichting en op deze reis onze reisbegeleider, mij een boekje cadeau geven, ‘Zohar Pinchas’, een kabbalistisch boekje voor genezing en bescherming. Dit kreeg ik omdat mijn sleutelbeen gebroken is….. Wat ontzettend lief!
De groep bestaat uit 28 mensen. Iedereen met andere achtergronden en hetzelfde doel. Onze bus bracht ons naar het Polin museum, het Pools Joods Historisch Museum. Een vrij nieuw gebouw met een indrukwekkende tentoonstelling. Na een uitgebreide drie gangen lunch in het restaurant van het museum, hadden we anderhalf uur om het museum te bezoeken. Je krijgt dan wel een indruk, maar er is zoveel te zien in het museum dat je volgens mij wel minstens een dag nodig hebt om alles goed te kunnen bekijken. Zeker de moeite waard.
Vervolgens vertrokken we met de bus naar Lublin. Na zo’n drie uur rijden, kwamen we aan in het hotel Dom Na Podwalu, een voormalig klooster. Het restaurant (Szeroka) in het historisch centrum van Lublin, zag er leuk uit, gezellig en het diner was heerlijk. Na het diner nog even een stukje door het mooie centrum gelopen. Morgen wordt het een lange dag.
Ik voel wel wat spanning voor morgen, ook bij de anderen. Dit wordt uitgesproken.
Zondag 19 april 2015
Na een goed ontbijt zijn we om 10.00 uur vertrokken met de bus naar Sobibor. Het weer was wat bewolkt en soms regen/sneeuw/hagen, vooral koud. We brachten eerst een bezoek aan de synagoge van Wlodawa. Naast de grote synagoge is er ook een kleine synagoge. Dit is nu een museum. De grote synagoge is niet meer in gebruik. Deze is prachtig gerestaureerd.
Na ongeveer anderhalf uur vertrokken we naar Sobibor.
Hoe dichter we bij Sobibor kwamen, hoe stiller het in de bus werd.
De bus parkeerde bij de spoorrails, vlakbij waar de mensen van de transporten uitstapten.
De spoorlijn ligt net buiten het kamp, evenals het huis van de toenmalige kampcommandant. Dit huis is nu bewoond. Bizar om je te realiseren dat al die veewagons met mensen hier zijn aangekomen. De mensen uit Nederland zaten 72 uur opgepropt, in mensonterende omstandigheden. Ze zijn hier uitgestapt in deze troosteloze omgeving met waarschijnlijk heel veel angst en oververmoeid.
De spoorlijn is nu nog in gebruik voor het vervoeren van hout.
Het kamp ligt midden in de bossen, uit de buurt van de bewoonde wereld. Er was bijna niemand anders dan onze groep. Geen parkeerterrein met ladingen bussen en auto’s zoals dat in Auschwitz schijnt te zijn.
We zijn steeds een stukje verder gelopen en stopten bij bepaalde punten waar Maarten en Petra, de tweede begeleider, ons uitleg gaven over waar we stonden en wat hier gestaan heeft. Een zwaar gevoel in je maag om hier te staan.
We kwamen bij de Gedenklaan, een lange laan met aan weerszijden bomen. Bij elke boom lag een zwerfkei met een naamplaatje erop van de hier vermoorde mensen. Er liggen hier momenteel 250 keien, veel er van zijn van Nederlandse nabestaanden.
Tussen deze zwerfkeien, onder een boom, heb ik mijn tegel met foto en tekst neergelegd, samen met de stenen met namen erop en heb hierbij de grafkaars aangestoken. Ik had zo’n zelfde grafkaars bij mama’s graf gezet en mijn zus gevraagd of zij vandaag deze kaars wilde aansteken. Het gaf mij een gevoel van ‘verbondenheid’.
Nu eindelijk heb ik ‘mijn monumentje’ voor onze grootouders en vele andere familieleden kunnen plaatsen. Iets wat ik al lang heel belangrijk vond om te kunnen doen en wat onze ouders niet konden doen, om wat voor reden dan ook. Wat bijzonder dat ik dat nu kan en mag doen.
Thuis had ik de ring die gemaakt is van de trouwringen van papa en mama en de zegelring van papa, omgedaan, zodat ik iets tastbaars van hen bij me had en het gevoel had dat ze er op deze manier nog een beetje bij me waren.
Ik heb wat steentjes van de grond hier in Sobibor gepakt om mee naar huis te nemen. Stenen hier achter gelaten en steentjes meegenomen.
Aan het einde van de Gedenklaan kom je bij de Asheuvel. Daar hebben we een herdenking gehouden. Er werden grafkaarsen aangestoken en het Kaddisj werd uitgesproken. Vervolgens kon iedereen die dat wilde, de namen noemen van hun familieleden, iets zeggen, een gedicht voorlezen of wat je maar wilde. Prachtige woorden werden er gesproken. Ik heb de namen van onze grootouders en nog wat familieleden uitgesproken en ook de tekst gezegd die op de tegel staat. Dat vond ik toch wel moeilijk om dit hardop te doen. Maar mede door anderen, durfde ik het te doen en was blij dit gedaan te hebben.
De herdenking werd afgesloten met muziek. Eric-Hans had een opname bij zich van zijn dochter. Zij zingt bij het Nationaal Kinderkoor. Ze zingt een prachtig Fins lied ‘On Suuri’, dat gaat over een eendje die zijn moeder kwijt raakt en verdwaald en eenzaam is. Dit lied werd ook bij de herdenking op 4 mei gezongen in de Nieuwe Kerk in Amsterdam door het Nationaal Kinderkoor.
Iedereen was zeer onder de indruk en ontroerd. Wat heeft dit een impact op je emoties.
Vervolgens hebben we twee minuten stilte gehouden. Wat was dat een ‘stille’ stilte. Alleen het gekwetter van de vogels was te horen. En dan te denken, dat toen onder die vreselijke omstandigheden, de vogels ook bleven doorgaan met kwetteren.
Na deze indrukwekkende herdenking hebben we nog even wat rondgelopen. Iedereen was verkleumd en we waren blij om weer in de warme bus te komen, waar we koffie/thee konden krijgen.
Vervolgens zijn we naar Chelm gereden voor ons diner. Een heerlijk (Joods) diner in een prachtige oude kazerne net buiten de stad. Op alle gebieden een warm ontvangst. Op de tafels stonden o.a. wodka en wijn. Zelfs ik nam een beetje (zachte) wodka en nog wat lekkere rode wijn…..
Het was een gezellige en ontspannen avond na een toch wel gespannen dag. Er kwamen tijdens het eten veel persoonlijke verhalen. Veel mensen worden na zo’n indrukwekkende en emotionele dag heel open.
Wat mooi en bijzonder vind ik het dat mensen zich dan zo kwetsbaar op kunnen stellen.
Voor we naar ons hotel vertrokken is er nog een groepsfoto gemaakt. Rond tien uur waren we weer in ons hotel.
Maandag 20 april
Vandaag vertrokken we na het ontbijt om 9.00 uur.
We gingen opnieuw naar de synagoge in Wlodawa. Vandaag ontmoetten we daar ongeveer 50 schoolkinderen van 13/14 jaar met wat docenten. Er waren wat ‘notabelen’ aanwezig om ons welkom te heten.
De bedoeling is dat de kinderen wat meer te weten komen wat de tweede wereldoorlog hier in hun dorpen en steden teweeg heeft gebracht. Er is een samenwerking tussen de Stichting Sobibor en het educatieproject hier in Polen. Petra coördineert en organiseert dit. Petra is met haar promotie bezig over de geschiedenis van de Holocaust.
Van de synagoge zijn we naar het sportveld van Wlodawa gegaan. Op dit sportveld moesten duizenden Poolse mensen/kinderen zich verzamelen om ongeveer 5 kilometer naar het station van Orchowek te lopen. Vandaar zouden ze naar Sobibor gedeporteerd worden.
Bij het station van Orchowek, zijn zowel onze groep als de schoolkinderen uit de bus gestapt om een aantal verhalen/getuigenissen te horen. Ook de kinderen hadden hun bijdrage.
Vervolgens zijn we naar Sobibor gereden, ook de kinderen. Petra deed daar een rondleiding met de kinderen, wij met Maarten.
Nu zijn we door de officiële ‘Himmelfahrtstrasse’ gelopen, dwars door het bos naar waar de gaskamers staan.
Nu liep ik hier op deze grond, in de voetsporten van mijn grootouders, andere familieleden en nog vele, vele mensen, die op een vreselijke vernederende manier, naakt deze weg moesten lopen nar de gaskamers, hun dood tegemoet. Om hier nu zelf te lopen ……, wat bizar! Ik voel het als lood in mijn lichaam. En wat besef ik me goed wat een geluksvogel ik ben.
Bij de asheuvel was er, gezamenlijk met de schoolkinderen, een korte herdenking. De Kaddisj werd weer opgezegd door vader Sam, en zijn zonen Philip, Jeremy en Benjamin. Mijnheer Eddes deed ‘zijn verhaal’ in het Engels, dat werd vertaald door een docente in het Pools. Deze herdenking werd ook afgesloten met het mooie lied ‘On Suuri’. Het was nu ook weer een indrukwekkende plechtigheid.
Op de terugweg liepen we nogmaals door de Gedenklaan. Ik heb toen bij ‘mijn monumentje’ de kaars weer aangestoken.
Het was deze dag heel koud, veel wind en het stoof enorm. Soms scheen even de zon en dan viel er weer regen.
Maarten heeft ons veel verteld over de plannen voor het kamp Sobibor en de rol van de katholieke kerk tijdens de Tweede Wereldoorlog. Archeologen (ook de Nederlandse archeoloog Ivar Schute) zijn nu bezig met opgravingen. De fundamenten van de gaskamers zijn inmiddels gevonden, die hebben wij kunnen zien. Het is onzeker wat er met de stenen op de Gedenklaan gaat gebeuren. Het kamp wordt heringericht en daar zijn tekeningen van die door drie Poolse architecten gemaakt zijn. De Stichting Sobibor is in gesprek met de Poolse overheid over de herinrichting van het kamp.
Het zal waarschijnlijk nog een tijd duren voordat deze plannen verwezenlijkt zullen zijn.
Iets buiten het kamp staat een kerkje, wat er al voor de oorlog stond. Het kerkje was dicht, we konden het niet bezoeken. We zouden heel langzaam met de bus er langs rijden, zodat we de buitenkant even konden bekijken. Toen de bus voor het kerkje reed zwaaide de deur open. Een ’bijzondere’ ervaring.
Rond half drie zijn we vertrokken naar Lublin, naar ons hotel. ‘s Avonds gaan we hier in het oude centrum in het Joodse restaurant Mandragora eten.
Het restaurant is heel leuk, het eten weer heerlijk. We zaten nu in groepjes aan een tafel. Na het diner ben ik een keer meegegaan naar een cafeetje om nog wat te drinken. Omdat het de laatste avond was vond ik het leuk om mee te gaan. Mooie en ook leuke gesprekken gehad met mensen die je steeds beter leert kennen.
Het was een goede dag vandaag. Ook weer goed dat het morgen de laatste dag is. Dan kan alles wat bezinken van wat er met je ‘gebeurd’ is.
Dinsdag 21 april 2015
Na het ontbijt zijn we naar Warschau vertrokken. Rond 12.45 uur kwamen we in het centrum van Warschau aan. Stralend en zonnig weer. De eerste indruk die ik heb ik van een mooie stad. Het doet mij wel wat aan Praag denken.
In het restaurant Literatka stond er voor ons een uitgebreid lunch buffet klaar. De tweede man van de Nederlandse ambassade was hier bij aanwezig.
Na de lunch hadden we nog even wat tijd om in de buurt rond te lopen. Bram, Peter, Noor en ik zijn dat gaan doen. Samen met Bram in een winkeltje een kleurig Pools beschilderd houten engeltje voor thuis en een ‘geluksengeltje’ voor Nina gekocht. De reden spreekt voor zich.
We hebben nog wat rond gelopen en wat foto’s gemaakt met mijn telefoon. Helaas had ik stom genoeg mijn fototoestel in de bus laten liggen. Joost zou foto’s maken en mij opsturen.
Tegen 15.00 uur zouden we weer verzamelen bij de bus om naar het vliegveld te gaan. Dit was een korte rit. Nadat we allemaal ingecheckt en door de douane waren konden we de evt. zloty’s nog opmaken in de taxfree winkels. Ik heb een kleine fles wodka (Bison) gekocht, de wodka die we afgelopen zondag te drinken hadden gekregen.
Bram was alweer een trouwe hulp voor mij en we hebben goede gesprekken gehad. Ook anderen waren heel behulpzaam en lief voor mij. Ik heb dit in de bus ook uitgesproken.
Ik zit nu in het vliegtuig terug en voel me, behalve moe, misschien ook wel wat emotioneel, vooral opgelucht, dankbaar en blij.
Wat hebben Maarten en Petra mij/ons een perfect georganiseerde Sobibor reis gegeven. En wat integer en respectvol was hun aandacht en begeleiding voor ons. De reis heeft me nog meer gebracht dan wat ik kon bedenken of dromen.
Al ben ik geen ‘groepsmens’, in deze groep met fijne mensen voelde ik me veilig.
Het was voor mij een hele mooie en bijzondere reis met bijzondere ervaringen. Ik zal dit niet vergeten.
Sylvia Romijn