Elk jaar op de eerste zondag van juni herdenkt Nationaal Monument Kamp Vught in samenwerking met Stichting Sobibor de kindertransporten van 6 en 7 juni 1943. Bijna 1.300 Joodse kinderen werden toen vanuit Kamp Vught gedeporteerd naar het vernietigingskamp Sobibor in bezet Polen, waar ze kort na aankomst werden vergast. Nationaal Monument Kamp Vught en Stichting Sobibor staan daar dit jaar bij stil met een herdenkingsprogramma op zondag 6 juni, dat wordt uitgezonden bij Omroep Brabant (vanaf 7.14 uur met herhalingen tot 16.15 uur). Ook is de herdenking te kijken via het YouTube-kanaal van NM Kamp Vught. Net als in 2021 kan vanwege de coronamaatregelen geen publieke herdenking plaatsvinden.
Oma Lotty
In de herdenkingsuitzending vertellen Selma en Esther Huffener over hun oma Lotty Huffener-Veffer. Zij moest in juni 1943 in Kamp Vught afscheid nemen van haar 15-jarige zusje Carla en haar ouders. Een paar dagen later werden zij vermoord in Sobibor. Selma en Esther vertellen over het leven van hun oma, die meerdere kampen overleefde, en hoe zij zich altijd heeft ingezet voor de nagedachtenis aan de vermoorde kinderen. In 1999 onthulde Lotty in voormalig Kamp Vught het kindermonument. Op het monument zijn de namen te lezen van de vermoorde kinderen, waaronder die van Lotty’s zusje Carla.
Bloemen en vlinders
Opperrabbijn Binyomin Jacobs spreekt een kort gedenkwoord uit. Jeroen van den Eijnde, directeur van Nationaal Monument Kamp Vught, en Christine Gispen-de Wied, voorzitter van Stichting Sobibor, leggen een bloemstuk. Ook Esther en Selma Huffener leggen een bloemstuk, namens de nabestaanden. Leerlingen van de Vughtse basisschool De Schalm lezen namen voor van de kinderen die werden weggevoerd. De leerlingen uit groep 7 bevestigen hun zelfgemaakte vlinders op het kindermonument en in het prikkeldraad. Ook leerlingen van andere scholen, die dit jaar niet konden komen voor een rondleiding hebben vlinders gemaakt die aan het prikkeldraad worden gehangen.
Achtergrond
De kindertransporten was een van de meest dramatische gebeurtenissen uit de geschiedenis van Kamp Vught. In mei 1943 waren er bijna 1.800 Joodse kinderen in Kamp Vught. Veel kinderen stierven door ziekte en gebrek, iets dat buiten het kamp bekend werd. Om aan die berichten een einde te maken, nam de SS maatregelen. Op 5 juni schreef de Joodse kampleiding: “Op hoog bevel van elders, moeten alle kinderen van 0 tot 16 jaar het kamp verlaten om, zoals men ons mededeelde, in een speciaal Kinderkamp te worden ondergebracht.” Er ontstond grote paniek.
Verscheurd
Op zondag 6 juni 1943 regende het onafgebroken. De jongste Joodse kinderen moesten vertrekken en hun moeders gingen verplicht mee. Op 7 juni volgden de oudere kinderen, met een of beide ouders. In totaal werden 3.014 ouders en kinderen afgevoerd in goederenwagons. De Joodse Klaartje de Zwarte-Walvisch schreef in haar dagboek: “Zoals men wel eens onwillekeurig een stukje papier versnippert, zo werden harten en zielen verscheurd en uit elkaar gerukt. Alles ging aan flarden. Alles werd vertrapt.” Op het kindermonument zijn in bronzen platen de namen van de in juni 1943 weggevoerde kinderen verwerkt. Veel mensen noemen het kindermonument een van de meest indrukwekkende plekken van hun bezoek aan Nationaal Monument Kamp Vught.