In de daaropvolgende jaren verhuist het gezin Sarluïs naar Den Haag. Op 8 mei 1889 trouwt Abraham met Debora Fresco in Den Haag. Samen krijgen zij zes kinderen: Bernard Arend, Rachel, Leentje, Lina Sara, Jonas en Mietje.
Abraham is koopman en hij en zijn gezin hebben op verschillende adressen in Den Haag gewoond.
Abraham wordt door de familie “ouwe Abraham” genoemd.
Op 20 april 1938 gaat het gezin van Abraham wonen op de Fagelstraat nr 10 in Den Haag. Dit zal tevens hun laatste thuis zijn.
Bernard Arend, Rachel en Jonas overleven de oorlog niet. Zij worden vermoord in Polen. Bernard Arend op 7 november 1944 in Blechhammer, Rachel op 26 januari 1943 in Auschwitz en Jonas op 30 september 1942 in Auschwitz.
Abraham is samen met zijn vrouw Debora en zijn schoonzus Schoontje op 19 februari 1943 in Westerbork terecht gekomen. Een kleine twee weken later worden zij op 2 maart 1943 gedeporteerd naar Sobibor. Zij zijn daar alle drie op 5 maart 1943 vermoord.
Iris Joris (achterkleindochter van Bernard Arend, achter-achterkleindochter van Abraham)