Jules Schelvis staat symbool voor de nagedachtenis aan Sobibor.
Met 93 jaar was hij in de ogen van de koning ‘een kleine man heldere ogen – fier rechtop met zijn 93 jaar – (…) breekbaar, maar ongebroken.’ Zijn diepe levenskracht, zowel in zijn overlevingsdrang tijdens zijn tocht als gevangene van de nazi’s, als in zijn werkende leven voor dagblad Het Vrije Volk én als getuige van vernietigingskamp Sobibor, is wat Jules Schelvis kenmerkt.
In zijn vele openbare optredens vertelde hij over de razzia waarbij hij met zijn vrouw en schoonfamilie werd opgepakt, Westerbork, de treinreis, zijn aankomst in Sobibor en het moment dat hij in ‘middelbareschool-Duits’ een SS’er aansprak in het kamp en zo uit Sobibor kon vertrekken, terwijl zijn vrouw en schoonfamilie achterbleven. Daar stopt meestal zijn verhaal. In zijn boek Binnen de poorten gaat hij verder en daar stopt hij bij zijn bevrijding op 8 april 1945 in Vaihingen an der Enz en zijn terugkeer in het lege Amsterdam.
Hoe zijn verdere leven verliep, daar was tot voor kort weinig over bekend. Nu is er de goed geschreven en bijzonder interessante biografie ‘Jules Schelvis, getuige van Sobibor. De man die negen kampen overleefde’ van Cees Banning.
Banning beschrijft hoe Jules steeds meer verantwoordelijkheid krijgt bij Het Vrije Volk, maar ook dat het dagblad steeds minder lezers kreeg. Jules ging met vervroegd pensioen. Bovendien krijgen we inkijk in het persoonlijke leven van Jules. Hoe hij samen met zijn nieuwe vrouw een leven opbouwde en van een bouwval en een mooi buitenhuis – met zijn eigen drukkerijtje – wist te maken. Hoe hij niet voor al zijn kinderen de juiste vader kon zijn en hoe hij werd geliefd door zijn kleinkinderen.
Na zijn pensionering zette hij zich onvermoeibaar in voor de nagedachtenis van de Sobibor. Hij schreef hét standaardwerk over het kamp, vertegenwoordigde het kamp in de media, was een ‘humanistische’ Nebenkläger tegen daders uit het kamp, richtte de stichting Sobibor op en nam deel aan de eerste reizen naar het oostelijke deel van Polen. ‘Herinneren door informatie en educatie’ is naar het voorbeeld van Jules nog steeds het motto van de stichting Sobibor. Ook de schrijver verwijst daar naar door zijn boek op te dragen aan de nieuwe generatie, zijn kleindochter ‘Hannah’.
Cees Banning (1959) studeerde economie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is docent economie en freelance journalist. Hij werkte ruim 25 jaar bij NRC Handelsblad en publiceerde De onzichtbare hand van de politiek – Over paarse mores en heimelijke steun aan Philips (met Tom-Jan Meeus) en Balkan aan de Noordzee – Over het Joegoslavië-tribunaal, over recht en onrecht (met Petra de Koning). In 2018 schreef hij de biografie Cornelis Lely – Ingenieur van het nieuwe Nederland.