All Posts By

Bernolf Kramer

Verschijnt 8 april 2025: biografie van Jules Schelvis – getuige van Sobibor

By Nieuws

Cover biografie Jules SchelvisOp initiatief van Stichting Sobibor en Uitgeverij Verbum (Holocaust Bibliotheek) heeft Cees Banning de biografie geschreven van Jules Schelvis (1921-2016), overlevende van negen kampen waaronder Sobibor, en oprichter van onze stichting. Het is een heel mooi boek geworden dat wij graag aanbevelen.

Jules Schelvis zweeg vijfentwintig jaar over zijn kampervaringen. Dat veranderde na een interview met hem in Het Vrije Volk in 1970. Vanaf dat moment ging hij op zoek naar de feiten over het kamp en schreef hij het boek Vernietigingskamp Sobibor. Dat werd het standaardwerk over dit kamp. De kennis die hij had opgedaan, gebruikte hij later als mede-aanklager in de processen in Duitsland tegen de nazi-beulen.

Wie was die man die zo lang had gezwegen en daarna de chroniqueur werd van Sobibor? Hoe doorstond hij de hel en hoe wist hij zijn vertrouwen in de mensheid te behouden? Schelvis zag zichzelf als getuige, niet als slachtoffer. Zijn overtuiging was: mensen kunnen niet in vrede leven zonder de verhalen te kennen over oorlog. Jules Schelvis bracht die overtuiging in de praktijk, tot aan zijn dood.

Cees Banning (1959) studeerde economie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is docent economie en freelance journalist. Hij werkte ruim 25 jaar bij NRC Handelsblad en publiceerde De onzichtbare hand van de politiek – Over paarse mores en heimelijke steun aan Philips (met Tom-Jan Meeus) en Balkan aan de Noordzee – Over het Joegoslavië-tribunaal, over recht en onrecht (met Petra de Koning). In 2018 schreef hij de biografie Cornelis Lely – Ingenieur van het nieuwe Nederland.

Het boek kan alvast besteld worden via de website van Uitgeverij Verbum. Vanaf 8 april 2025 zal het verstuurd worden.

Han Hollander

HAN HOLLANDER, RADIOFENOMEEN

By Nieuws

door Govert van Brakel

In de zomer van 1943 vermoordden de nazi’s in Sobibor Han Hollander, Nederlands bekendste, beroemde en immens populaire sportverslaggever van de radio.

Met zijn enthousiaste, meeslepende verslagen van voetbalinterlands bracht hij in talloze huiskamers vreugde in donkere tijden. Als Hollander sprak stonden de trams stil, waren de straten leeg, schaarde het gezin zich in de huiskamers om de radio.

Dat hij zou uitgroeien tot een icoon kon niemand vermoeden toen hij in 1886 in Deventer werd geboren. De radio moest nog worden uitgevonden.

Thuis was het armoe troef. Zijn vader trok met een handkar door het Hanzestadje. Met de verkoop van wat we anno nu kringloopspullen noemen scharrelde hij de kost bij elkaar. Dat viel niet mee. Er vielen veel monden te voeden. 

Han was het tweede kind uit een gezin van acht kinderen. Zijn moeder runde het huishouden en leefde haar kinderen het joodse geloof voor. Aan de deur van de woonkamer hing de mezoeza, op vrijdagavond werd de eettafel gedekt met het witte laken en kwam de pan met kippensoep op tafel. 

Met strenge discipline handhaafde zijn moeder de joodse gebruiken en tradities.

Han benijdt zijn niet-joodse vriendjes. Terwijl zij woensdagmiddag vrij zijn van school, moet hij naar joodse les. Om te voorkomen dat hij spijbelt brengt zijn moeder hem hoogstpersoonlijk naar het gebouw van de vroegere synagoge in de Roggestraat waar meester Vleeschhouwer het onstuimige gezelschap kennis bijbrengt over het Hebreeuws, de joodse religie, cultuur, tradities en voedselwetten met al hun geboden en verboden.

Ondertussen neemt de voetbalsport bezit van het land. Het is een nieuw spel dat uit Engeland is komen aanwaaien. Net als heel veel jongens in het land raakt Han in de ban van dit fenomeen. Met zijn oudste broer Karel en vriendjes richt hij in 1902 een club op die aanvankelijk Be Quick heet, maar al spoedig onder de naam Go Ahead een gevestigde naam zal worden in de voetbalwereld.

De bal zal Hollanders leven gaan bepalen. Hij kan er op het veld goed mee uit de voeten. Hij is een sterke spits, met kruit in de benen. En koppen kan hij als de beste. Af en toe is hij een beetje lui. Dan vragen zijn medespelers of hij nog meedoet. 

Han is niet zijn echte voornaam. Van huis uit heet hij Hartog, naar zijn grootvader van vaders kant. Maar Han vindt hij beter klinken, zeker op het moment dat hij als kleine schnabbelaar zijn naam zet onder de eerste bijdragen aan nieuw opgerichte sportweekbladen. Dat is een ontluikende markt die goed ingevoerde mannen als Han hard nodig hebben om hun sterk toenemende abonneebestand van wedstrijdverslagen te voorzien.

Het is een voorzichtige aanloop naar een grote carrière in de sportjournalistiek. Bij De Telegraaf wordt hij een van de eerste sportjournalisten in vaste dienst. Vanuit Amsterdam maakt hij de sprong naar de radio.

De jonge AVRO gaat iets nieuws doen. De omroep heeft de primeur. En wat voor een! Van de minister die erover gaat krijgt zij toestemming voor een rechtstreekse, integrale uitzending van de voetbalinterland Holland-België.

Hét vaste hoogtepunt van het sportjaar.

Op zondagmiddag 11 maart 1928 is het zover. Terwijl sneeuwstormen het land teisteren staat Hollander diep weggedoken in zijn winterjas in een speciaal voor hem gebouwd hokje op het dak van het oude stadion aan de Amstelveensche weg in Amsterdam en spreekt hij zijn eerste woorden in de microfoon: ‘Goedenavond, eh goedemiddag luisteraars’…

Wat bedoeld was als een experiment leidt tot een verbond voor het leven. Sport wordt, vooral bij de AVRO die zendtijd heeft op de zondagmiddag, een paradepaardje met Hollander in de hoofdrol. In heel het land, in ‘ons’ Indië, in Suriname en op Nederlandse schepen op verre zeeën en oceanen wordt zijn stem gehoord. 

Hollanders naam ligt op ieders lip. Hij gaat dansend door het leven. Naast zijn vele sportverslagen maakt hij reportages voor de nieuwe actualiteitenrubriek AVRO Radiojournaal, treedt hij op met het komische duo Snip en Snap en zingt hij in het populaire amusementsprogramma De Bonte Dinsdagavondtrein voor de zoveelste maal: Hup Hup, Holland Hup, wij laten ons niet slaan…’

De oorlog maakt een eind aan zijn glanzende loopbaan. Al in de derde week van mei 1940 zet AVRO-directeur Willem Vogt zijn sterreporter op straat. Een paar maanden later verliest Hollander zijn vaste baan bij De Telegraaf.

In september 1942 komt hij met zijn vrouw Leentje Smeer in Westerbork. Op 6 juli worden zij gedeporteerd naar Sobibor waar hun leven op 9 juli in de gaskamer eindigt.

Zijn leven en werk heb ik vastgelegd in de recent bij Uitgeverij Balans verschenen biografie: Han Hollander, de eerste radiostem van het Nederlandse voetbal.

Naar aanleiding van mijn boek heeft de stichting Nederlandse Sport Pers, de koepel voor sportjournalisten, de Han Hollander Oeuvre Award in het leven geroepen. De prijs, bestemd voor een sportjournalist van radio/tv of schrijvende journalistiek die in een reeks van jaren naam en faam heeft opgebouwd, mocht ik begin dit jaar op een feestelijke bijeenkomst van de NSP in Rijswijk uitreiken aan Mart Meets.

Op 2 mei aanstaande wordt bij Go Ahead Eagles een beeld onthuld van Hollander. 

Ja, blij en met enige trots, kan ik zeggen: Han Hollander is terug. En hoe!

 

 

Govert van Brakel (1949) werkte meer dan veertig jaar bij de radio. Luisteraars kennen zijn stem o.a. van Langs de Lijn, Met Het Oog Op Morgen en het NOS-radionieuws.

Als presentator en verslaggever was hij tussen 1976 en 2018 in binnen- en buitenland getuige van grote nieuws- en sportgebeurtenissen.

 

Voorstelling Binnen de Poorten 1943-1945 over Jules Schelvis

Eenmalige heropvoering van ‘Binnen de Poorten 1943-1945’ – Theater na de Dam

By Nieuws

Voorstelling Binnen de Poorten 1943-1945 over Jules SchelvisIn het kader van Theater na de Dam en de 80e herdenking van de bevrijding wordt op zondag 4 mei om 20:45 uur de aangrijpende solovoorstelling ‘Binnen de Poorten’ van verhalenverteller Eric Borrias nog éénmaal opgevoerd.

Deze voorstelling, gebaseerd op het gelijknamige boek van Jules Schelvis, vertelt het indringende verhaal van zijn deportatie naar vernietigingskamp Sobibor en de gruwelijke werkelijkheid van de Holocaust. Van de 34.313 Joden die uit Nederland naar Sobibor werden gedeporteerd, keerden slechts 18 terug. Jules Schelvis was een van hen. Zijn getuigenis is een blijvende waarschuwing tegen onverschilligheid en uitsluiting.

‘Binnen de Poorten’ werd in 1995, in samenspraak met Jules Schelvis, bewerkt tot een theaterproductie door Gerard Evers en beleefde in 2000 een solovariant met Eric Borrias, die in 2007 werd bekroond met de Rachel Borzykowski-penning van Stichting Sobibor. De voorstelling werd voor het laatst in 2018 gespeeld en keert nu eenmalig terug – een oproep tot herinnering en bewustwording in een tijd waarin de lessen uit het verleden urgenter zijn dan ooit.

📍 Locatie: Dorpshuis Zoelen
⏰ Tijd: 4 mei 20:45 uur (aansluitend op de lokale herdenking)
🎭 Spel: Eric Borrias
🎟️ Toegang: Gratis (vrijwillige bijdrage na afloop)
📩 Aanmelden: theater@dorpshuiszoelen.nl

Deze unieke voorstelling is een herinnering, een waarschuwing en een eerbetoon aan hen die hun stem niet meer kunnen laten horen.

Terugblik van de voorzitter en een klein beetje vooruitkijken

By Nieuws

Afgelopen jaar bestond Stichting Sobibor 25 jaar, maar we hebben daar niet lang bij stil gestaan.

Hoewel we allemaal hoopten op een rustiger jaar in 2024, zijn de gevechten in Oekraïne en Israël/Gaza nog steeds actueel. De polarisatie neemt toe en het publieke debat verhardt. Dat hebben we niet alleen gemerkt bij de opening van het Nationaal Holocaustmuseum, waar Stichting Sobibor aanwezig was, maar eigenlijk door het hele jaar heen. Het maakt ons alert en het blijft als een donkere schaduw over ons hangen vooral als we het verleden herdenken en onze hoop voor de toekomst uitspreken. Dat we onze boodschap moeten blijven uitdragen, daar zijn we van overtuigd.

Sobibor herdenking
Gelukkig was de belangstelling voor de 1 juni-herdenking bij het Vondelpark groot. Voorafgaand speelden jongeren van Theaterschool Utrecht ‘Het kind is niet meer’ over de ontruiming van het Centraal Israëlitisch Weeshuis in Utrecht in 1942. Voor het eerst werd deze voorstelling in de open lucht gespeeld, een ware uitdaging voor regisseur Gilles Groot. Het blijft hartverwarmend jonge mensen zich zo in te zien leven in het verleden en zichzelf te verbeelden in de kinderen van toen; een heel mooie manier om aan herdenken een extra dimensie te geven.

Natascha van Weezel was onze spreekster. Haar nuance over hoe een verdraagzame en tolerante samenleving er uit moet zien, kunnen we allemaal omarmen. Haar kracht ligt in het dicht bij jezelf blijven als je de wereld beschouwt. Zo raak je het individu; wat kan jij doen?

Omdat de stichting 25 jaar bestond, organiseerden we dit keer een nazit in het Blauwe Theehuis. Verder praten na een herdenking heeft een meerwaarde. Hier merkten we dat de verschillende generaties elkaar konden ontmoeten. De nazit wordt dan ook een vast onderdeel van onze herdenking.

Holocausteducatie
In dit jaar besteedden we ook aandacht aan het versterken van ons netwerk. Daardoor konden we aansluiten bij de initiatieven van de Nationaal Coördinator Antisemitisme Bestrijding (NCAB) en meedoen met het Nationaal Plan Versterking Holocausteducatie. Vooral ons docentenprogramma als onderdeel van onze Verdiepingsreis past goed in de initiatieven die ontwikkeld en uitgerold worden in januari 2025.

We zijn bovendien blij met de nieuwe samenwerking met de Anne Frank Stichting en het Nationaal Comité 4 en 5 mei, die een bijdrage leverden aan het programma van de tweede terugkomdag voor jongeren in het Nationale Holocaustmuseum. De terugkomdag wordt georganiseerd voor scholieren die deelnemen aan de Internationale Jeugdconferentie in Sobibor. Zowel het internationale Anne Frank Jongeren Netwerk in Nederland als de stichting Young Impact werden onder de aandacht van de jongeren gebracht. Een mooie aanvulling voor het delen en verder brengen van de ervaring die je opdoet wanneer je zo’n reis maakt als jongere. Dank aan de provincie Gelderland, die dit allemaal mogelijk maakt.

Bestuurszaken
Ook dit jaar vond er een bestuurswissel plaats. We namen afscheid van Fergal van de Wouw, die de enquête over het belang van jongerenreizen naar Sobibor op zich nam, maar vooral ook de aanzet gaf ons netwerk te versterken. Dank daarvoor Fergal. Zijn plaats werd ingenomen door Sophie Bots, een jonge enthousiaste vrouw die het jeugdbeleid gaat aansturen. Welkom Sophie.

In april organiseerde het NIOD een fantastisch internationaal symposium over de bodemvondsten in Sobibor en hun archeologische betekenis. Twee prachtige boeken kwamen hierover uit. De bijzondere film Deadly Deception at Sobibor werd in samenhang met het symposium vertoond in het Verzetsmuseum. Gary Hochman volgde voor deze film vanaf 2008 jarenlang het werk van de archeologen Wojciech Mazurek, Yoram Haimi en Ivar Schute.

Tijdens onze herdenking van de opstand, die we jaarlijks organiseren met het Verzetsmuseum, kwamen we hierop terug. Erik Schumacher en Rosanne Kropman spraken over hun respectievelijke boeken over Sobibor. Beiden werden geïnspireerd door wat ze meemaakten tijdens de opgravingen in Sobibor.

De bijeenkomst in het Verzetsmuseum kreeg een nieuwe titel ‘Sobibor: verzet en hoop’ waarbij we hopen dat deze titel zo aansprekend is dat we ook de jongere generaties kunnen inspireren deze bijeenkomst bij te wonen.

Tijdens ‘Sobibor: verzet en hoop’ werd de Jules Schelvis Jongerenprijs uitgereikt aan twee jonge meiden van het Sint Maartenscollege in Voorburg: Tess Sluijs en Sophie Brinkhof. Zij maakten een profielwerkstuk over het leven van twee overlevenden van de opstand, de Nederlandse Selma Wijnberg en de Pool Thomas Blatt. Uit het juryrapport, vrij vertaald ‘Onze overwegingen Tess en Sophie de prijs toe te kennen waren dat zij met hun werkstuk erin zijn geslaagd een nieuw perspectief te geven aan bestaande verhalen, consequent het ingeslagen pad hebben gevolgd en het verhaal van Sobibor op een eigenzinnige wijze hebben verteld.’ Nogmaals gefeliciteerd, Tess en Sophie, en dank aan de juryleden Jeroen van den Eijnde, directeur Nationaal Monument Kamp Vught, Doede Sijtsma, Provincie Gelderland en Maarten Eddes, oud-voorzitter Stichting Sobibor.

In april vond in Lublin een internationaal seminar over Aktion Reinhard plaats waar Stichting Sobibor aan deelnam. Dat Lublin eigenlijk de kern was van waaruit de Holocaust zich voltrok, is niet bij iedereen bekend. Organisator Grodzka Gate – NN Theatre maakt zich sterk het uitgewiste Joodse leven in Lublin vóór en tijdens de Tweede Wereldoorlog in deze context op de kaart te zetten.

Op uitnodiging van ons bestuurslid Petra van den Boomgaard, mocht ik als voorzitter van Stichting Sobibor spreken op de 4 mei herdenking van het University College in Utrecht. De herdenking werd door haar studenten georganiseerd. Diezelfde studenten maakten wederom dit jaar prachtige interviews met overlevenden.

Internationaal
Natuurlijk organiseerden we in 2024 de herdenkings- en de verdiepingsreis. Er was zelfs zoveel belangstelling dat we dit jaar in het najaar een tweede herdenkingsreis organiseerden. Tijdens de tweede herdenkingsreis konden een aantal deelnemers ook hun steen in de Laan van Herinnering verwelkomen. Stichting Sobibor kon nog eens twintig nieuwe stenen aan de laan toevoegen. Op dit moment liggen er 410 stenen en het is de vraag of het museum in Sobibor daar nog meer stenen aan toe wil laten voegen. We blijven er ons best voor doen.

Op de sociale media ‘doen’ we het heel goed. Hierdoor is er ook veel internationale belangstelling voor Sobibor. Dit maakte dat we besloten een aantal keer per jaar een Engelstalige nieuwsbrief uit te doen en onze website tweetalig aan te bieden.

2025
Tot slot, we zitten niet stil, komt op 8 april 2025 de langverwachte biografie van Jules Schelvis uit, geschreven door Cees Banning. Vervolgens zijn we aan het onderzoeken of we een eigen jongerenreis naar Sobibor kunnen organiseren. Bovendien hebben we de podcastmakers van Audiodroom gevraagd een podcast over Sobibor te maken. Zij zijn bekend van de podcast ‘Weggegumd’ over het leven van het vriendinnetje van Anne Frank, Ilse Wagner. Ilse is op veertienjarige leeftijd op 2 april 1943 in Sobibor vermoord. Deze podcast hopen wij al in 2025 uit te geven.

Ik bedank het bestuur opnieuw voor al haar werk en ik kijk uit naar 2025!

Christine Gispen-de Wied
Voorzitter Stichting Sobibor

Sobibor herdenkingsreis oktober 2024

By Nieuws

tekst Noor Hellmann
(English translation)

De wegwijzer naar kamp Sobibor is onopvallend, je zou de afslag zo voorbij rijden. De bus verlaat de kaarsrechte tweebaansweg en hobbelt het laatste stuk over slecht onderhouden asfalt, door een moerassig gebied met naaldbomen, berken en andere loofbomen die nu in herfstkleuren zijn. Af en toe maakt het bos plaats voor open veld – de omgeving is mooier dan ik in mijn hoofd had.

Die herinnering gaat terug tot 2015 toen ik voor het eerst meeging met een door Stichting Sobibor georganiseerde herdenkingsreis. We overnachtten destijds in Lublin, in oost-Polen. Nu ik negen jaar later opnieuw zo’n groepsreis maak, ditmaal met drie generaties van mijn familie, heb ik een déjà-vu als we inchecken bij hetzelfde hotel, aan de rand van het vroegere getto in de binnenstad. Sommige panden in het oude centrum hebben dichtgemetselde ramen waarop grote zwart-witportretten van voormalige inwoners zijn aangebracht. Vanuit mijn hotelkamer heb ik zicht op een gevel met een foto van een vrouw in een witte jurk, het is alsof ze op haar balkonnetje zit.

Stille uithoek

In de stromende regen vertrekken we de volgende ochtend naar Sobibor. Na twee uur is er een tussenstop in Wlodawa om daar de barokke synagoge te bezichtigen die tegenwoordig dienst doet als joods museum. Van het rijke joodse leven in het stadje van voor de oorlog is weinig meer over. Slechts een honderdtal Joodse inwoners overleefde de Holocaust.

Van Wlodawa is het nog zestien kilometer naar Sobibor. We naderen de grens met Oekraïne en Wit-Rusland, de oorlog in Oekraïne is in deze stille uithoek een onwerkelijk idee. Veel verder weg regent het ook bommen, granaten en raketten: ik heb het gevoel dat het geëscaleerde conflict tussen Israël en Hamas onze reis als een donkere wolk begeleidt, hoewel het herdenken toch voorop moet staan. Onderweg lees ik ‘Brief in de nacht. Gedachten over Israël en Gaza’ van Chaja Polak. De schrijfster verloor haar vader in de oorlog, haar overleden man bijna zijn hele familie. In haar prachtige essay verwoordt ze haar verwarring en ontzetting over de uitzichtloze strijd tussen Israëliërs en Palestijnen. Ze analyseert met een genuanceerde blik en schuwt pijnlijke vragen niet. Ja, denk ik als ik haar lees, ja, zo zie ik het ook.

Negentien treinen

Mijn eerste bezoek destijds aan Sobibor was een emotionele ervaring. Ik had over het kamp gelezen en kende televisiebeelden van de spoorlijn, het perron en het geroeste stationsbord Sobibor. Maar daar rondlopen was toch iets heel anders. Hier had mijn grootvader, 39 jaar oud, zijn laatste stappen gezet. Vanaf het perron was het een paar honderd meter naar de gaskamers. Met 1251 anderen was hij gedeporteerd, in de vijfde trein die vanuit Westerbork naar Sobibor reed en op 2 april 1943 het eindpunt bereikte, vlakbij het plaatsje Sobibor.

In totaal kwamen er negentien treinen uit Westerbork aan. Ze vervoerden ruim 34.000 mensen, een derde van het totale aantal omgebrachte Joden uit Nederland. De volledige namenlijsten zijn opgenomen in ‘Vernietigingskamp Sobibor’, het standaardwerk van overlevende Jules Schelvis. Sobibor, van mei 1942 tot oktober 1943 in bedrijf, was een efficiënte vernietigingsindustrie die voor de nazi’s een belangrijke schakel was in het ‘oplossen van het joodse vraagstuk’. Zo’n 170.000 Joden vonden er direct na aankomst de dood, het kunnen er ook aanzienlijk meer zijn, de schattingen lopen uiteen. Dit zijn de kille cijfers, afgerond voor het gemak, alsof niet elk leven telt.

Individuele verhalen

Dat mijn twee dochters ditmaal meegaan geeft de reis extra betekenis. Zij zijn twintigers, de oorlog en de dood van hun verraden en weggevoerde overgrootvader liggen ver achter hen, maar in emotioneel opzicht is de afstand niet zo groot. Ze voelen zich betrokken bij het verhaal van hun opa Paul die volgens de nazi’s geen bestaansrecht had. Als jongen van zeven kreeg hij opeens een ster op zijn kleren genaaid. Hij had geen idee wat het betekende om Joods te zijn, thuis werd niets gedaan aan de feesten en tradities. Niet veel later werd de ster weer losgetornd toen zijn ouders en hij moesten onderduiken, alle drie ergens anders. De laatste keer dat hij zijn vader zag was op het tuinpad van zijn onderduikadres waar ze afscheid van elkaar namen.

Het zijn individuele geschiedenissen die het verleden dichtbij brengen. Tijdens onze reis bezoeken we niet alleen het imposante Polin Museum in Warschau, waar ruim aandacht wordt besteed aan de Holocaust die drie miljoen Poolse Joden het leven kostte, maar ook gaan we naar het Jewish Historical Institute in de hoofdstad. Het instituut bezit het clandestiene archief ‘Oneg shabbat’, een soort testament van de gettobewoners in Warschau. Historicus Emanuel Ringelblum was een van de initiatiefnemers die zijn medebewoners opriep zoveel mogelijk op papier vast te leggen. De verzamelde getuigenissen en documenten werden verstopt in blikken en melkbussen. “Wat we niet konden uitschreeuwen tegen de wereld begroeven we onder de grond.” Na de oorlog werd een schat aan informatie gevonden – een van de gebruikte melkbussen staat roestig en gebutst tentoongesteld.

Opstand

Over Sobibor was na de oorlog lange tijd juist weinig bekend, het leek een soort blinde vlek in het collectieve geheugen. Wie de weg ernaartoe wist te vinden trof een desolate plek in een donker bos, waar ogenschijnlijk nauwelijks iets restte dat verwees naar de massamoord die hier had plaatsgevonden. De verbeelding moest het werk doen. Midden in de oorlog al waren de zichtbare sporen uitgewist. Aanleiding was de goed voorbereide opstand op 14 oktober 1943. Zo’n driehonderd gevangenen wisten daarbij te ontsnappen – van wie de meeste de vlucht helaas niet overleefden. Twaalf SS’ers en een aantal Oekraïense bewakers werden gedood. Voor het SS-hoofdkwartier in Berlijn was de uitbraak een zware tegenslag en besloten werd het kamp onmiddellijk met de grond gelijk te maken. Waar de barakken stonden plantten de Duitsers jonge bomen.

In 2007 startte een grondige reconstructie van het terrein. Een internationaal team van archeologen stuitte op de fundamenten van de gaskamers en groef in de loop der jaren tal van verloren en achtergelaten persoonlijke bezittingen op. Duidelijk werd dat de Himmelfahrtstrasse, de route naar de gaskamers, toch ergens anders had gelegen dan men had aangenomen. Eind 2023 was het project voltooid.

Ooggetuigenverslagen

Als onze bus arriveert op de lege parkeerplaats blijkt de aanblik van het kamp veranderd, maar het perron ligt er nog net zo bij als voor de herinrichting. Het onkruid schiet hoog op tussen de betonplaten. Het spoor wordt in de zomer gebruikt voor houttransporten, er rijden ook personentreinen. Een actuele dienstregeling bij het stationnetje aan de overkant vermeldt dat de trein tussen Wlodawa en Chelm vier keer per dag passeert.

De regen is overgegaan in een zachte miezer als we met z’n allen op het perron staan. Petra van den Boomgaard en Maarten Eddes die deze reis hebben georganiseerd, leiden ons bezoek in met een informatief verhaal over de opstand in 1943. Hoewel de nazi’s wilden dat Sobibor een ‘topgeheim’ bleef, aldus schrijver Jules Schelvis, heeft men naderhand veel kunnen reconstrueren. De foto’s uit de nalatenschap van SS kampcommandant Johann Niemann, die een paar jaar geleden boven water kwamen en gepubliceerd zijn in het boek ‘Fotos aus Sobibor’, geven een beeld van het kamp. Heel belangrijk zijn ook de ooggetuigenverslagen van de opstand. Mijn dochters en de andere vier jongeren in ons gezelschap lezen om beurten citaten voor.

Intussen sjokt een stramme, oude hond een tuin uit tegenover het perron. Het is de tuin van een groenhouten huis met rood dak. Ooit diende het als onderkomen van de kampcommandant, de Duitsers lieten het staan toen ze halsoverkop vertrokken. Dit huis en ook de twee aangrenzende huizen, pal naast het kampterrein, zijn bewoond. Daar verbaasde ik me de vorige keer ook over.

Journalist Rosanne Kropman sprak voor haar in 2023 verschenen boek ‘Het donkerste donker, een geschiedenis van Sobibor’ met Jerzy Zielinski, de bewoner van het groene huis. Zijn vrouw is er na de oorlog geboren. Kropman schrijft: “Echt lekker wonen is het niet, vindt hij. Het houtwerk uit 1923 heeft veel onderhoud nodig, het huis is niet geïsoleerd en wordt verwarmd met een houtkachel. Maar dat hij midden in een schuldig landschap woont, deert hem niet. (…). Het spoor waarover de treinen het kamp binnengerangeerd werden, liep op een paar meter van de voordeur van Zielinski, zijn achtertuin keek in de oorlog uit op Lager I, waar de dwangarbeiders woonden. Het lag binnen de streng bewaakte dubbele hekken. ‘Wat maakt het uit,’ zegt Jerzy Zielinski. ‘De commandant woonde hier alleen maar, net als dat ik hier nu woon.’

Namen noemen

Sinds de herinrichting heeft Sobibor een nieuw museum annex herinneringscentrum. Het flinke gebouw is het eerste dat je bij aankomst ziet. Binnen liggen bodemvondsten uitgestald. Nagelschaartjes, kammetjes, borden en bestek – allerlei spullen die de gevangenen dachten nodig te hebben toen hen werd wijsgemaakt dat ze naar een ‘werkkamp’ gingen. Er is veel informatie in tekst en beeld, onder andere uit het album van Niemann, waaronder een foto van enkele vrolijke SS’ers en hun vrouwen, buiten aan een tafel. Volgens het bijschrift is de man in het midden Erich Bauer, de ‘gasmeester’ van Sobibor. Het ijzingwekkende gedicht ‘Todesfuge’ van Paul Celan schiet me te binnen: opeens begrijp ik de regel ‘de dood is een meester uit Duitsland’.

Achter het museum strekt het kampterrein zich uit. Kon je aanvankelijk kijken tot aan de bosrand, nu staat er een hoge betonnen muur omheen die suggereert dat we van de wereld afgesneden zijn. Binnen de ommuring, aan de rand van een grindvlakte, houden we met de groep een herdenking onder een grijs wolkendek. Onbereikbaar in de verte ligt de asheuvel, bedekt met grind. Een laatste rustplaats van de doden. De nabestaanden noemen de namen van hun vermoorde familieleden, soms is het een lange lijst. Het ontroert me als mijn vader naar voren stapt en zegt: “Bernhard Hellmann, mijn verloren vader. Ik mis hem en dat wordt met de jaren alleen maar erger.” Woorden die in hun eenvoud de kern raken. Er krast een kraai als we twee minuten stil zijn, de boomtoppen ruisen. Staan we hier in ‘een schuldig landschap’ waar je de zielen van de overledenen hoort fluisteren?

Bonte specht

In de gedenklaan hebben nabestaanden gedenkstenen laten leggen, keien variërend in grootte en voorzien van nieuwe zilverkleurige naamplaatjes. Na enig zoeken vinden we de steen voor Bernhard. We leggen kiezelsteentjes en steken een kaars in een plastic houder aan, een deksel met gaatjes beschermt het vlammetje tegen wind en regen. Het is alsof we na een lange reis eindelijk bij zijn graf staan, tranen prikken in onze ogen. Dan klinkt vlakbij opeens een zacht en regelmatig geklop. Het blijkt een bonte specht hoog in een den, druk tikkend tegen de boomstam. Mijn grootvader, die als groot dierenliefhebber al op jonge leeftijd diergedrag bestudeerde, zou hem met interesse geobserveerd hebben.

Als we na vier dagen teruggaan naar Nederland komen we uit een andere wereld. Er is in de groep een gevoel van saamhorigheid ontstaan. Terwijl we ’s avonds aan lange, mooi gedekte tafels Joodse maaltijden geserveerd kregen, luisterden we naar elkaars verhalen, omringd door de schaduwen van de mensen die verdwenen en nooit meer terugkwamen.

Sobibor: verzet en hoop. Tunnel en de kapitein.

By Nieuws

Terugblik op Sobibor: verzet en hoop. Tunnel en de kapitein.

Aan het einde van de sessie kwam de vraag: ‘zijn er nog vragen uit het publiek?’ Na de bekende ongemakkelijke stilte stak Ivar Schute, de Nederlandse holocaustarcheoloog, zijn vinger in de lucht. ‘Was er een verband tussen de ontsnappingstunnel en de moord op de kapitein?’ De hele bijeenkomst zit in deze vraag verweven.

Opening

In de middag op 27 oktober opent Liesbeth van der Horst de bijeenkomst. De directeur van het Verzetsmuseum introduceert de nieuwe titel van de jaarlijkse bijeenkomst: Sobibor: verzet en hoop. Daarnaast verkondigt zij met trots dat het museum haar vaste tentoonstelling heeft uitgebreid met aandacht voor de Tweede Wereldoorlog in de kolonies en de daarop volgende onafhankelijkheidsstrijd. 

De voorzitter van de Stichting Sobibor, Christine Gispen, legt de nadruk op hoop. Hoop op een betere wereldorde. Vervolgens verbindt zij soepel de beide volgende sprekers aan elkaar.

De kapitein

De kapitein staat bij journalist Rosanne Kropman centraal. Met dank aan social media weten we nu wie deze kleine dappere man is geweest en hebben we zelfs foto’s van Jozeph Jacobs. In één van de hoofdstukken van haar boek Het donkerste donker besteedt zij aandacht aan de Nederlandse voorbereider van dé opstand van 14 oktober 1943. Jacobs was nog maar net in het kamp en stond onder de zogenaamde werkjoden bekend als iemand die op zoek was naar informatie over vluchtmogelijkheden. Ondertussen wist hij niet dat de werkjoden uit het strikt gescheiden Lager III bezig waren een ontsnappingstunnel te graven. 

Archeologie

De tunnel werd door de archeologen in het 21e eeuwse Sobibor blootgelegd. Over deze opgravingen schreef Erik Schumacher van het NIOD Sporen van Sobibor. Daarin en in zijn presentatie legt hij het verband tussen individuele objecten uit Sobibor met de slachtoffers én met hun leven vóór de holocaust. Tienduizenden objecten zijn uit de grond gehaald. En slechts enkele zijn te traceren naar individuen. Toch betoogt Schumacher dat uit elk naamloos object, elke broche, tandenborstel, lippenstift of mok eigenheid spreekt. De hoop om mens te blijven en zich daar koppig aan vast te houden. Ook dát is verzet en, zo voeg ik zelf toe, hoop.

Uiteindelijk werd de tunnel verraden. En omdat de Nederlandse Joden in kamp III de schuld kregen, besloten de ss’ers om de Nederlandse onruststoker Jacobs tot het noemen van mededaders te dwingen. Hij hield zijn kaken op elkaar. Samen met alle Nederlandse mannen, zo’n 70, uit Lager II vermoord. Hierdoor bleef de hoop en het verzet bestaan en werd zelfs aangewakkerd bij de overgebleven Poolse en Russische Joden. Op 14 oktober, aan het einde van de werkdag, werd de eerste ss’er vermoord en begon het verzet.

Jules Schelvis Jongerenprijs: overlevenden van de opstand

Dankzij de opstandelingen die de Tweede Wereldoorlog wisten te overleven is Sobibor wereldwijd bekend geworden. Over twee van hen schreven Tess en Sophie van het Sint-Maartenscollege te Voorburg hun prijswinnende havo-profielwerkstuk.

Hoop en verzet

Na het gesprek onder leiding van Petra van den Boomgaard met Kropman en Schumacher kwam de vraag ‘was er een verband tussen de ontsnappingstunnel en de moord op de kapitein?’ Eigenlijk is het antwoord niet van belang. Wat telt, is dat vanmiddag kennis wordt gedeeld over Nederlanders in het kamp en de resultaten van archeologische opgravingen. Belangrijk zijn ook de jongeren die zich interesseren in mensen die onder de moeilijkste omstandigheden hoop hielden. Tot op het allerlaatste moment hoop op een betere toekomst hebben gehouden. Hoop om de verschrikkingen van Sobibor wereldkundig te maken. Dát is verzet.

 

 

 

Jules Schelvis Jongerenprijs 2024

By Nieuws

Met trots kondigen we aan dat Sophie Brinkhof en Tess Sluijs de Jules Schelvis Jongerenprijs 2024 hebben gewonnen met hun profielwerkstuk ‘Selma en Thomas in Sobibor’.

Hun werkstuk biedt een unieke vergelijking van de ervaringen van twee Joodse gevangenen in Sobibor: Thomas Blatt en Selma Wijnberg. Het juryrapport prees hun observerende en respectvolle benadering, en het bijzondere interview met Rena, de dochter van Thomas Blatt, voegt een extra dimensie toe. Een welverdiende erkenning voor hun harde werk en toewijding. Gefeliciteerd Sophie en Tess!

Lees hier het juryrapport.

Lees hier het profielwerkstuk van Sophie en Tess.

Terugblik Internationale Jongerenconferentie 2024

By Nieuws

In de week van 11-15 oktober namen 17 scholieren en drie docenten deel aan de internationale jongerenconferentie in Polen. De leerlingen kwamen van scholen uit Doetinchem, Elburg, Heerde en Voorburg. Naast de Nederlandse scholieren namen ook leerlingen uit Polen, Duitsland en Oekraïne deel aan de conferentie.

Het programma was intensief en zeer divers. De leerlingen bezochten de voormalige vernietigingskampen Sobibor en Majdanek. Daarnaast werden bezoeken afgelegd aan Wlodawa, Lublin en Warschau. Heel bijzonder was de deelname op 14 oktober aan de herdenking van de opstand in 1943 in Sobibor. De leerlingen lazen daarbij de namen van de Joodse slachtoffers uit de plaatsen waar hun scholen staan. Na afloop van deze herdenking was er een prachtig concert in de synagoge in Wlodawa. Jongeren uit Wlodawa verzorgden een rondleiding in de stad waarbij de Rooms-katholieke kerk en de Oosters Orthodoxe kerk werden bezichtigd. Een wandeltocht naar de rivier aan de Wit-Russische grens maakte grote indruk op de deelnemers.

In het voormalige vernietigingskamp Sobibor werden persoonlijke verhalen bij de gedenkstenen verteld, waaronder het verhaal over het Kindertransport uit Kamp Vught (1269 kinderen), de levensverhalen van Jules en Rachel Schelvis, het overlevingsverhaal van Mirjam Blits en het tragische verhaal over de goochelaar Ben Ali Libi.

De reis werd afgesloten met een bezoek aan Warschau, waar een gids de indrukwekkende verhalen over het getto van die stad vertelde en de herinneringsplekken van deze tragische gebeurtenissen centraal stelde.

Deze reis heeft op de deelnemers een diepe indruk achtergelaten. De jongeren zullen als ambassadeurs de verhalen en hun ervaringen gaan doorvertellen. Dat was een van de wensen van onze onvergetelijke Jules Schelvis…

Chantal van Gelder, Martijn Pellis en Willem van Norel

Foto’s: Museum and Memorial in Sobibór

Terugblik Verdiepingsreis 2024

By Nieuws

Door Piet Schut, rondleider bij doorgangskamp Westerbork

Inleiding

Verslag verdiepingsreis 2024

“Ik dwaal door Amsterdam. Het is gestorven

mijn oude vrienden loopen niet met mij

een donk’re schaduw schuifelt somber mede,

de dooden loopen mee in eindeloze rij.”

Dit is een strofe uit het gedicht van Eli Dasberg, dat hij schreef na zijn terugkeer in Amsterdam in juni 1945. Als rondleider van doorgangskamp Westerbork droeg ik dit al enkele jaren bij mij. Nu deed de gelegenheid zich voor om het in z’n geheel voor te dragen in ons hotel.

Inmiddels waren we al een paar dagen met elkaar opgetrokken. De twee reisleiders Menno en Alwin en onze gemêleerde groep : Man, vrouw, jong (27) en oud (74), joods en niet-joods, docenten, gidsen, bevlogen holocaust-adepten en overige geïnteresseerden. Aan het einde van de reis voelde het voor mij als een grote familie. Veilig en vertrouwd. En dat was niet onbelangrijk. Het was een intensieve, soms emotionele en vermoeiende reis. Maar vooral onvergetelijk.

Overwegingen

De holocaust laat mij niet meer los. Daarom wilde ik deze reis (mee)maken. Om te ervaren en te voelen wat het met me doet, wat het teweeg brengt in mij. Ik herkende de meeste getuigenverklaringen die voorgelezen werden tijdens onze reis. Maar nu kreeg het een stem. Het kreeg een gezicht. Het bracht me in tranen. Daar te zijn, daar te lopen, over die schuldige grond. En me voortdurend af te vragen: Wat zou ik hebben gedaan, wie of wat zou ik zijn geweest?

Want de uitspraak ”nooit meer” is een illusie. Wensdenken. De realiteit: de mens blijft een mens. En ook de daders en de omstanders waren veelal doodgewone mensen. Dat is tegelijkertijd ook het beangstigende….

Het is een verdiepingsreis. Die verdieping zit niet eens zozeer in de toegenomen kennis – want die kun je ook uit boeken halen – maar vooral in de doorvoelde emoties die zo verbonden zijn met de bezochte, beladen, historische daderplekken. De getto’s, de verzamelplaatsen, het stationnetje, over een treinrails te lopen, de leegte te ervaren, stil te zijn en het verdriet te voelen…

Zaterdag

Op de dag van aankomst brengen we eerst een bezoek aan het schitterende Polin Museum in Warschau, waar we een rondleiding krijgen door de geschiedenis van het Jodendom in Polen.

Zondag

Ons hotel staat in Lublin, Daar krijgen we de volgende dag een rondleiding door het getto-deel van de stad. Ongelooflijk, als je bedenkt dat alleen al vanuit Lublin  300.000  Joden werden vermoord. Er wonen er nu nog slechts enkele tientallen!  De Endlösung der Judenfrage,  wordt hier bijna voelbaar.

’s Middags regent het en dat voelt als het tranendal van Lublin. Het daderschap van Aktion Reinhardt staat centraal. De ontkenning van de daders en het falen van het rechtssysteem leidden er toe dat velen de dans ontsprongen en vrijuit gingen.

Maandag

We bezoeken de volgende dag Trawniki en Izbica, plaatsen waar veel Joden omkwamen. Trawniki was ook een opleidingskamp voor krijgsgevangen sovjet-soldaten, waaronder veel Oekraïners. Zij werden na hun opleiding als bewakers aangesteld en nog meer gevreesd dan de SS-ers.

Een begraafplaats in Piaski is geheel verwaarloosd en blijkt een jongerenhangplek. Zoveel rotzooi: plastic, lege flessen, glas. Om je werkelijk dood te schamen.

Dinsdag

Dinsdag gaan we naar Belzec. We bezoeken de verzamelplaats voor de Roma en Sinti en de plek waar voor hen gedenktekens staan. Vervolgens krijgen we een rondleiding door het dorp. Er worden weer veel getuigenverklaringen voorgelezen.

Presentatie over Roma- en Sintikamp in Belzec. Op de achtergrond de barakken van het Roma- en Sintikamp. Het lijkt het erop dat het terrein wordt klaargemaakt voor nieuwbouw.

Het kamp Belzec maakt een enorme indruk. Uitgestrekt en uitgespreid ligt zwart/grijs vulkanisch gesteente voor ons, doorsneden door een gang naar de diepte waar de Joden werden vergast. We houden de adem in. Slechts drie overlevenden van de meer dan 430.000 gevangenen. In het museum is een donkere stiltekamer. Ik sta daar minutenlang, alleen met mijn gedachten aan dit duistere verleden. Dan ineens voel ik de tranen komen.

Woensdag

De volgende dag bezoeken we eerst de plek waar het werkkamp Alter Flugplatz zich bevond – waar Jules Schelvis twee weken heeft verbleven – voordat we Majdanek bezoeken. In dit werkkamp waren de omstandigheden mensonterend. In zijn boek “Binnen de poorten” beschrijft hij hoe zijn medegevangenen niet meer waren dan menselijke skeletten.

In Majdanek (zowel concentratie-, als vernietigingskamp) is nog veel te zien in de barakken die vrijwel allemaal gereconstrueerd zijn en deels zijn ingericht als expositieruimtes. Confronterend zijn de gaskamers, doucheruimten, verbrandingsovens en het mausoleum, dat thans gerestaureerd wordt. Het frisse groen van de grasvelden doet lieflijk aan, volgens kapo’s is Majdanek nog erger dan andere concentratie kampen, wat leefomstandigheden betreft en het brute, sadistische geweld dat er werd uitgeoefend.

Donderdag

Op donderdag staat Treblinka op het programma. Een lange reis, met af en toe het oog op de akkers (ook hier veel mais), landerijen en dorpjes met fraaie huizen, brengt ons op de plaats van bestemming.

Het vernietigingskamp Treblinka heeft weer een geheel eigen identiteit. Een omvangrijk terrein, veel bos, veel gemarkeerde bospaden. Op de plek zelf een bombastisch gedenkteken, veel rotsachtige herdenkingsstenen groepsgewijs opgesteld. Een enigszins ruige aanblik. Het is ontluisterend als je stil staat bij het besef, dat hier 900.000 joden zijn vermoord. Het is werkelijk ongekend en veelal ook onbekend.

Vrijdag

Op vrijdag is dan eindelijk Sobibor aan de beurt. Na eerst gemoedelijk een gezellige markt en twee synagogen in Wlodawa te hebben bezocht, maken we een rondgang om het museum van Sobibor. Het museum is informatief.

Van kamp Sobibor zelf is niets over. Zoals te doen gebruikelijk, werd door de nazi’s alles opgeruimd. Sobibor heeft veel witgrijze muren, lichtkleurige stenen die oplichten door de zon. De asheuvel heeft de vorm van een platte piramide, die is gemaakt van zand vermengd met menselijke as en botten. De Herdenkingslaan met aan beide zijden gedenkstenen met overwegend Nederlandse namen, nodigt uit tot een stille tocht.

We staan in een kring als het kaddisj wordt gezegd We noemen namen van degenen die we hier willen gedenken. Ik sta stil bij het kindertransport uit Vught van bijna 1300 kinderen, veelal vergezeld van één ouder, dat via kamp Westerbork hier op 11 juni 1943 aankwam en waarbij alle 3017 inzittenden werden vergast. Het is een ontroerend en verstild moment. Hier samen te staan. Met elkaar. En toch ieder met zijn en haar gedachten. Met een brok in de keel staren we voor ons uit…

Zaterdag

Op de laatste dag hebben we nog een rondleiding door Warschau, voordat we terugvliegen. Op weg daar naar toe wisselen we boekentips uit.

We zijn er die middag niet meer zo met ons hoofd bij. Het hoofd is vol. Zoveel indrukken, zoveel gezien, gehoord. Zoveel historische plaatsen bezocht. Zoveel samen gedeeld. Wat een intense belevenis.

Ten slotte

Er is moed voor nodig om de pijn van de holocaust zo dicht te naderen dat het werkelijk voelbaar wordt. De Verdiepingsreis van de stichting Sobibor reis brengt dit teweeg. Eenmaal weer thuis denk ik: Wat ben ik blij dat ik die moed heb gehad. En ik wil de verhalen blijven vertellen alsof ik er zelf getuige van ben geweest…


door Stefan Kras, Geschiedenisdocent aan Johan de Witt Scholengroep

Ik had verschillende redenen om deel te nemen aan de studiereis naar de Aktion Reinhard-kampen in het oosten van Polen.

Ten eerste historische nieuwsgierigheid. In het geschiedeniscurriculum op middelbare scholen komt Auschwitz in het lesprogramma uiteraard (oppervlakkig) aan bod, maar ik wist eigenlijk weinig van de overige vernietigingskampen. Deze reis bood een ongelooflijk veelzijdig programma waarbij we elke dag met de bus langs diverse ‘lieux de mémoires’ reisden. De toelichting werd deels verzorgd door lokale gidsen en deels door onze deskundige begeleiders die de verhalen in alle gruwelijkheid tot leven wisten te brengen met treffende

anekdotes en mooi beeldmateriaal. Het verleden kwam op die manier erg dichtbij. We bezochten onder meer het Polin museum; het getto van Lublin; de sjtetl van Izbicza en het trainingskamp Trawniki; en vervolgens vier vernietigingskampen: Belzec, Majdanek, Treblinka en Sobibor. Door dit rijke programma heb ik een uniek totaalbeeld gekregen van de enormiteit van de Holocaust en de Tweede Wereldoorlog.

Ik mocht – net als de andere docenten – zelf ook een kleine voordracht geven in concentratiekamp Majdanek aan de hand van de mémoires van Jerzy Kwiatkowski, die de verschrikkingen dit kamp had overleefd. Om dit indringende boek te spiegelen aan een bezoek van het kamp heeft op mij een diepe indruk gemaakt.

Naast een groter historisch inzicht van de Tweede Wereldoorlog was deze reis ook op andere manieren waardevol. Het contact met de andere deelnemers, die allemaal andere redenen hadden om deze reis te maken, was in zichzelf verrijkend. Het was ondanks de ‘zware’ context erg gezellig en ik heb mijn professionele netwerk op een nuttige manier kunnen uitbreiden.

Ten slotte heb ik ook concrete lesideeën overgehouden aan de reis. Op school herdenken we in een lessenserie de joodse oud-leerlingen die zijn vermoord in Sobibor; het bezoek aan het monument van Sobibor en mijn foto’s daarvan zal ik integreren in mijn toekomstige lessen.

 

27 oktober 2024 – Sobibor: verzet en hoop. De opstand die geschiedenis schreef.

By Nieuws

Het Verzetsmuseum en de Stichting Sobibor organiseren jaarlijks Sobibor: verzet en hoop. De opstand die geschiedenis schreef. Deze bijeenkomst vindt plaats ter herdenking van de opstand in het vernietigingskamp Sobibor in oktober 1943. Iedereen is op 27 oktober 2024 welkom om Sobibor: verzet en hoop bij te wonen. Sprekers zijn historicus Erik Schumacher en onderzoeksjournalist Rosanne Kropman.
Ook zal tijdens de bijeenkomst de Jules Schelvis Jongerenprijs worden uitgereikt.

Alleen entree op vertoon van gratis ticket.