All Posts By

Ingrid Zylstra

Lotty Huffener-Veffer overleden

By Nieuws

Lotty Huffener-Veffer (Foto: Henriëtte Hogen Esch)

Vorige week vrijdag, 27 juli 2018, is Lotty Huffener-Veffer overleden . Zij was een van de drijfveren achter het Kindertransportenmonument in Vught voor de kinderen die in Sobibor zijn omgebracht. Lotty verloor haar zus en ouders in Sobibor. Tijdens het proces tegen Demjanjuk was Lotty een van de Nebenklagers, en haar requisitor is hier te lezen.

Onze gedachten gaan uit naar haar kinderen en kleinkinderen. Lotty is 97 jaar geworden. We gaan haar missen.

Herdenking Kamp Schoorl 11 juni 2018

By Nieuws

Vandaag werd in Schoorl bij het monument op de Oorsprongweg Kamp Schoorl herdacht. De eerste gevangen die in dit kamp verbleven waren 425 mannen die tijdens de razzia’s van 22 en 23 februari op het Jonas Daniël Meijerplein in Amsterdam werden samengedreven. Er werd gesproken door burgemeester Hafkamp, Ibeline Siersma Polak van het Comité Kamp Schoorl en prof. dr. Eveline Gans van het NIOD. Namens de Stichting Sobibor hebben Alwin Kaptein, oud bestuurslid, en René Blog, wiens ouders en zusje in Sobibor vermoord werden, bloemen gelegd.

75 jaar na de deportaties

By Nieuws

Dit jaar is het 75 jaar na de 19 deportaties naar Sobibor. Wij herdenken dit met negentien verhalen, steeds van een van de mensen die in een transport zaten. Dat doen we rond de datum dat het betreffende transport naar Sobibor vertrok.

In het eerste transport zat Jannetje Philipse- van Buren. Het eerste transport vertrok uit Westerbork op 2 maart 1943 en kwam op 5 maart 1943 in Sobibor aan.

Mijn pop huilt ’s nachts

By Nieuws

In juni 1943 werden vanuit Kamp Vught  zo’n 1300 kinderen met de zgn. kindertransporten  weggevoerd naar vernietigingskamp Sobibor. Slechts een enkeling wist te ontkomen aan deze  gruweldaad. Dit is het verhaal  van twee van hen.
De voorstelling kwam tot stand in opdracht van Nationaal Monument Kamp Vught  en  met de welwillende medewerking van George en Ursula Levi.

George en Ursula Levi, twee joodse kinderen in Duitsland. Ze worden vlak voor de Tweede Wereldoorlog begint, door hun ouders naar Nederland gestuurd  in de hoop dat ze daar veilig zijn. Met niet meer dan een koffertje en elkaar. Maar ook in Nederland zijn ze niet veilig. Ze wonen op allerlei plekken voor ze in Kamp Vught terecht komen. Ze hebben niemand meer, behalve elkaar en de pop van Ursula. De pop die troost als je huilt, de pop die ruikt naar thuis, veilig. De pop die altijd bij je blijft . Toch?

 

Speelduur 40 minuten, ruimte voor nagesprek.
De voorstelling kan ook in de klas worden gespeeld.

Inlichtingen en boekingen:
www.verteltheater.nl

Monument voor oorlogsslachtoffers in Enter wordt aangepast!

By Nieuws

Wierden, 17 februari 2018
Monument aangepast op verzoek van nabestaanden

De gemeente Wierden laat het Joods monument aan de Bornebroekseweg  in Enter aanpassen. Hiervoor wordt het monument tijdelijk van zijn plek gehaald. Nu staat er achter de namen van de Joodse slachtoffers een kruisje, dit zal worden vervangen door een Davidster, zoals gebruikelijk is bij Joodse overledenen.

In de week van maandag 19 februari wordt het monument weggehaald, om er ruim voor de dodenherdenking op 4 mei 2018 weer te staan. Het ‘Joods monument’ in Enter is vervaardigd uit zwart natuursteen, waarop een Davidster en een pijl zijn aangebracht. Burgemeester Henk Robben: “We zijn benaderd door Joodse nabestaanden of het monument aangepast mag worden. Als gemeente werken we hier graag aan mee.”

Nagedachtenis
Het Joods monument in Enter is opgericht ter nagedachtenis aan twintig Joodse medeburgers die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen in de vernietigingskampen Sobibor en Auschwitz. Op de gedenksteen staan de namen, geboorte- en sterfdata van de slachtoffers te lezen.

Op het monument staan ook een Davidster, een pijl en de tekst: ‘Ongeveer 300 meter in de richting van de pijl, zaten in de Tweede Wereldoorlog vanaf augustus 1942 elf mensen uit de Joodse gemeenschap in Enter ondergedoken. Op 10 mei 1943 werden ze door de Grüner Polizei gearresteerd. Op 21 mei 1943 zijn ze allen in het vernietigingskamp Sobibor omgekomen. Negen andere leden van de Joodse gemeenschap in Enter werden elders gearresteerd en zijn ook omgekomen. Om hen allen te herdenken werd dit monument opgericht – 4-5-1995.’

Arkady Wajspapir, sleutelfiguur in de opstand in Sobibor

By Nieuws

De opstand van 1943, tot grote verrassing van de Duitse bewakers, wordt gezien als een symbool van de moed van de Joodse verzetstrijders.

Wajspapir doodde minstens een nazi gedurende de opstand – volgens de United States Holocaust Memorial Museum een van de moedigste daden van de Joodse gevangenen. Hij overleed op 11 januari 2018 liet de Federation of Jewish Communities in Russia weten in een verklaring.

De opstand in het kamp in Oost-Polen begon op 14 oktober 1943. De organisatie ervan begon na de aankomst van verschillende veteranen van het Rode Leger met ervaring in de strijd, waaronder Wajspapir en Aleksandr “Sasha” Aronovich Pechersky. De groep had wapens gemaakt van hout en beraamde een plan waarin werd voorzien om bewakers te neutraliseren op essentiële locaties waardoor een massale ontsnapping mogelijk zou worden.

De opstand in Sobibor, die de nazi’s volledig overviel, wordt wijd en zijd gezien als een symbool van enerzijds de moed van de Joodse verzetsstrijders en anderzijds in het misplaatste zelfvertrouwen van de nazi’s dat ze in staat zouden zijn om elke vorm van opstand de kop in te drukken. Wajspapir was ook een van de vier gevangenen die het startsignaal voor de opstand gaf, waarin 11 SS-ers werden gedood en 300 gevangenen ontsnapten.

Arkady Wajspapir pictured after the war (Creative Commons)

Wajspapir kreeg de opdracht om een SS soldaat en een Oekraïense bewaker te doden in de kleermakerij samen met de Poolse Jood Jehuda Lerner. Bewapend met bijlen stonden Wajspapir en Lerner, beide volledig uitgehongerd, klaar en waren verborgen achter een gordijn in de werkplaats. Daar wachtten ze op SS officier Siegfried Graetschus, de leider van de Oekraïense bewakers. Graetschus kwam naar de deur en deed een jas aan die de kleermakers voor hem hadden gemaakt. “Ik kwam vanachter het gordijn te voorschijn, liep langs de officier naar de dur, draaide me om en sloeg hem op zijn hoofd met de scherpe kant van de bijl”, vertelde Wajspapir tijdens een interview in 1975 over de opstand.

Van de gevangenen van het kamp zijn er slechts 53 ontkomen aan de razzias die de nazi’s na de opstand organiseerden in de bossen rond het kamp.

Alle nabije familie van Wajspapir werd vermoord in de sjoah.

“We verdeelden ons in groepen en gingen naar verschillende richtingen. Onze groep, waarin 11 Sovjet-gevangenen, ging in noordoostelijke richting” , vertelde Wajspapir. Deze groep sloot zich aan bij andere verzetsstrijders. Na de oorlog ging Wajspapir terug naar Donetzk en nam zijn oude beroep weer op.

“De herinnering aan de moed die werd getoond door Wajspapir en zijn kameraden zal voortleven voor de voorspoed van de Joodse gemeenschappen in Rusland en zal doorgaan met de strijd voor deze voorspoed,” schreef de Federation van Jewish Communities van Rusland in een verklaring.

bron:
Times of Israel, 13 januari 2018

 

Publieksonderzoek NHM

By Nieuws

Het Nationaal Holocaust Museum (NHM) in oprichting ontwikkelt momenteel plannen voor de vaste opstelling in het museum. Daarin wordt aandacht besteed aan de moord op Nederlandse joden, de plekken waar en de wijze waarop zij zijn vermoord. Binnen deze permanente presentatie speelt de verbeelding van het vernietigingskamp Sobibor een belangrijke rol. Het is voor het NHM belangrijk om een beeldtaal te ontwikkelen waarmee dit onderdeel van de Holocaust vormgegeven kan worden.

Vanaf december 2017 t/m januari 2018 bevindt zich in de Süskindzaal van de Hollandsche Schouwburg daarom een proefopstelling met uiteenlopende verbeeldingsvormen van dit vernietigingskamp. De proefopstelling bestaat uit objecten, documenten, interviews en een video-animatie van het vernietigingskamp gebaseerd op archeologische vondsten. Aan de hand van deze verschillende representaties willen wij in gesprek gaan met bezoekers en geïnteresseerden om inzicht te krijgen in hun wensen en ideeën over museale weergaves van dit vernietigingskamp.

Het publieksonderzoek

Graag nodigen wij u uit deel te nemen aan het publieksonderzoek. Wij zijn erg geïnteresseerd in uw ideeën en nemen daarom de tijd om hierover in gesprek te gaan. Deelname kost ongeveer 1 à 1,5 uur. De resultaten van het onderzoek worden anoniem verwerkt.

Wilt u deelnemen aan het onderzoek?

U kunt een afspraak maken door een e-mail te sturen naar publieksonderzoekNHM@jck.nl

De proefopstelling is geopend vanaf 4 december tot eind januari van maandag t/m vrijdag in de Süskindzaal in de Hollandsche Schouwburg. In het weekend is de proefopstelling in overleg op afspraak te bezoeken.

Nieuwe publicatie Stichting Sobibor

By Nieuws

Jules Schelvis heeft een steen verlegd. Buiten alle andere dingen die hij in zijn leven heeft gedaan zorgde hij dat het vernietigingskamp Sobibor op de kaart werd gezet. In de historiografie werd eerst vooral Auschwitz genoemd als plaats waar Nederlandse Joden massaal vermoord werden, daarbij werd bij eenderde van hen vergeten dat ze ergens anders, diep in Oost-Polen, vermoord werden in een van de kampen van Aktion Reinhard, Sobibor.
De energie van Jules om deze plaats op de kaart te zetten heeft ervoor gezorgd dat in de huidige geschiedschrijving die verhaal niet wordt vergeten. Jules bracht een stuk van het verhaal van 34.313 Nederlandse Joden terug in de herinnering.

Jules veranderde ook vele levens na de oorlog. Door zijn verhalen, door zijn presentaties, door zijn energie en door zijn mensj-zijn. Daar komt ook nog bij dat hij in 1999 de Stichting Sobibor oprichtte. Het verhaal over Jules is bekend. Hij leverde uitstekend wetenschappelijk werk en stelde daarin ook zijn persoonlijke ervaringen op schrift. Na zijn overlijden kwam de wens om van een aantal mensen waarbij Jules in hun levens een steen verlegde dat verhaal op te tekenen, te documenteren en vast te leggen. Om hiermee een glimp van de mens Jules in de herinnering te bevriezen. Het persoonlijke verhaal had aan velen gevraagd kunnen worden. Jules had een voor heel veel mensen een grote betekenis. Uiteindelijk hebben zestien personen hun verhaal opgeschreven. Een bloemlezing met korte verhalen, anekdotes, ontroerende samenkomsten en daarboven een overheersend thema: Jullie moeten deze verhalen doorvertellen.

Het boek is te bestellen door overmaken van € 15,- + € 4,- porto (€ 19,-) op
bankrekening IBAN: NL03 INGB 0003 3025 25
t.n.v. Stichting Sobibor te Amsterdam

o.v.v.
Uw naam, adres, postcode en ‘bestelling boekje Jules’.

Het wordt zo snel mogelijk toegestuurd.

verslag bijeenkomst Verzetsmuseum oktober 2017

By Nieuws

‘We hebben gewonnen en we hebben verloren, maar we hebben meer verloren dan gewonnen’

Op vrijdagmiddag 27 oktober heeft de Stichting Sobibor samen met het Verzetsmuseum de opstand van de joodse gevangenen op 14 oktober 1943 in Sobibor herdacht. Dit jaar ging de aandacht uit naar Paul Hellmann, Mary Richheimer-Leijden van Amstel, Marco de Groot, Rudi Westerveld en David van Huiden. Alle vijf hebben als mede-aanklager tijdens het Demjanjuk-proces een requisitoir gehouden.

Johannes Houwink ten Cate

Professor Johannes Houwink ten Cate leidde de middag in. Hij beschreef hoe het Duitsland van na de oorlog met de daders van de Holocaust is omgegaan. We hebben het aan de Amerikanen te danken, zo vertelde Johannes Houwink ten Cate, dat Demjanjuk alsnog in Duitsland werd vervolgd. Jetje Manheim, voorzitter van de Stichting Sobibor tijdens het Demjanjuk-proces van 2009 tot 2011, nam het publiek vervolgens mee terug in de tijd. In detail werden herinneringen opgehaald en met behulp van begeleidende foto’s liet Jetje bijvoorbeeld zien hoe de groep van mede-aanklagers langs de achteringang van het gerechtshof naar binnen was gesluisd. Het was de bedoeling om onder de media-aandacht uit te komen.

Jetje Manheim

De middag kreeg daarna een heel persoonlijke wending door de vragen van discussieleider professor Harmen van der Wilt. Voor iedere mede-aanklager had Harmen van der Wilt een vraag die op zijn of haar requisitoir betrekking had. Aandacht was er voor de respectloze houding van Demjanjuk tijdens het proces. Volkomen afgesloten had hij het proces meegemaakt. Van empathie was geen sprake geweest. Van schuldbekenning al helemaal niet. Als Demjanjuk zich anders had opgesteld tijdens het proces, dan had Rudi Westerveld misschien niet om een maximale straf gevraagd in zijn requisitoir tijdens het proces. Ook Hans Bevers, juridisch adviseur van de openbare aanklager van het Internationaal Strafhof deed mee aan de discussie. Hij vertelde hoe tegenwoordig bij het strafhof rekening met de strafmaat wordt gehouden als iemand schuld bekend.

Aandacht was er ook voor ‘de grote leugen van na de oorlog.‘ Zo werd althans de periode vanaf het wegvoeren van de familieleden ervaren. Jarenlang wachten om duidelijkheid te krijgen over het lot van de naaste familie, terwijl de meesten vrijwel meteen na aankomst in Polen waren vermoord. David van Huiden vertelde erover. Volledig onnodig had hij er twee jaren lang geen wetenschap van gehad dat hij zonder zijn familie verder moest leven. Psychische gevolgen, het doorgaan en net doen alsof er niets aan de hand was kwamen ook als thema aan de orde tijdens de bijeenkomst. De mede-aanklagers waren het er over eens dat het proces in zekere mate helend had gewerkt. De groep van mede-aanklagers was een soort van familie geworden. Mensen die allemaal het zelfde hadden meegemaakt. Ze waren na de oorlog alleen over gebleven en moesten op de een of andere manier een leven zien te leiden. Geen gemakkelijke opgave. Marco de Groot vertelde over de psychische problemen die het gevolg waren. Pas toen hij met joodse lotgenoten in contact kwam ging het beter.

mede-aanklagers

Mary Richheimer, beschreef hoe zij nadat ze als peuter was ondergedoken vervolgens na de oorlog bij een pleegfamilie in Leeuwarden terecht was gekomen. Ze had een goede opvoeding genoten maar liefde had ze gemist. Mary beschouwde haar bijdrage als mede-aanklager als het enige dat ze voor haar ouders en familie heeft kunnen doen. Net zo als tijdens het proces vroeg ze zich opnieuw af hoe het toch mogelijk is geweest dat deze wreedheden onder het oog van de wereld hebben kunnen plaatsvinden, zonder dat er tijdig is ingegrepen. Paul Hellmann vertelde hoe het proces intervenieerde met een persoonlijke ervaring. Kort voor het proces was hij er achter gekomen dat zijn vader was verraden door de berucht Jodenjager Abraham Kipp. Deze man wist naar Argentinië te vluchten. Hij zou daar in 1995 in vrijheid sterven.

Voor een historische reactie op dat wat de mede-aanklagers aan de zaal toevertrouwde richtte Harmen van der Wilt zich tot Johannes Houwink ten Cate. Hij beschreef bijvoorbeeld hoe samenlevingen soms wel 20 tot 25 jaar nodig hebben om in te zien wat er is gebeurd. Hans Bevers betrok de ervaringen van de mede-aanklagers op de werkzaamheden van het Internationale Strafhof. Hij gaf aan dat het strafhof veel kan leren van het Demjanjuk-proces. Hans Bevers was in dat verband zelfs zo onder de indruk van de voorbereiding en begeleiding door de toenmalige Stichting Sobibor dat hij Jetje Manheim nog tijdens de bijeenkomst om haar aantekeningen vroeg. Een geslaagde en vooral ook intieme middag die afgesloten werd door Rob Snijders van het huidige bestuur van de Stichting Sobibor. Met gepaste trots presenteerde Rob het boekje ‘Jullie moeten deze verhalen doorvertellen…” In het boekje halen bekenden van Jules Schelvis herinneringen op. Een eerste exemplaar werd aan Mary Richheimer uitgereikt. Over het Demjanjuk proces zei Jules Schelvis: ‘De rechtbank heeft altijd gelijk. We hebben gewonnen en we hebben verloren, maar we hebben meer verloren dan gewonnen.

verslag: Petra van den Boomgaard