Category

Nieuws

Warm onthaal voor Philip Bialowitz in Den Haag

By Nieuws

Den Haag, 9 september – Overlevende Philip Bialowitz (84) wist ruim tweehonderd toehoorders, waaronder heel veel jongeren, te boeien met zijn levensverhaal. Het publiek in de Haagse Hogeschool hing aan zijn lippen; regelmatig werden zijn woorden met applaus ondersteund. Uit de vele vragen uit de zaal sprak een intense betrokkenheid en grote belangstelling.

Bialowitz vertelde openhartig over zijn ervaringen. Van zijn jeugd in het Poolse plaatsje Izbica – later gebruikt als doorgangsgetto naar de vernietigingskampen- en zijn maandenlange verblijf in Sobibor tot zijn rol tijdens de opstand van Sobibor en zijn leven na zijn ontsnapping. Daarnaast zong hij de zaal toe. Onder andere een Nederlands liedje dat hij in het kamp had geleerd. Ook schuwde hij de actualiteit niet. Bij aanvang van zijn lezing toonde Bialowitz zich zeer verheugd over de komst van zoveel jongeren. “Onder de zes miljoen doden waren anderhalf miljoen kinderen”, sprak hij.

Bombarderen
Biaolwitz had een duidelijke boodschap aan hen. “Tijdens de opstand vochten we niet alleen voor ons leven, maar ook voor een wereld zonder genocide. Ik heb vijf kinderen en vijftien kleinkinderen, maar genocide vindt nog steeds plaats. Ik heb vaak gedacht: het bombarderen van de gaskamers en spoorwegen was zo makkelijk geweest! Er zouden wel doden zijn gevallen, maar de gaskamers zouden zijn vernietigd en daarmee het doden op die schaal. Als slachtoffers hebben we ons verlaten gevoeld. Dat mogen we niet meer laten gebeuren.”

Bialowitz (links) voorafgaand aan zijn lezing in Den Haag (foto Carlo Huffener)

Bialowitz (links) voorafgaand aan zijn lezing in Den Haag (foto Carlo Huffener)

Mijn hart bloedde
Philip Bialowitz verloor zijn zussen en vader in Sobibor, zijn moeder was al eerder vermoord door de nazi’s. Aangrijpend was zijn herinnering aan de laatste momenten van zijn zus. ‘Hoe lang duurt het voordat het gas ons heeft gedood?’, vroeg ze aan degene die haar haar afknipte luttele minuten voordat ze de gaskamer ingedreven zou worden. De ‘kapper’ herkende het meisje als de zus van Philip en kon hem deze woorden meegeven. Dit in schrijnend contrast met andere ervaringen. Bialowitz ging bijvoorbeeld uitgebreid in op de manieren waarop de nazi’s probeerden te verhullen dat nieuw aangekomenen in een vernietigingskamp waren aangekomen. “Joden uit Nederland probeerden bij aankomst optimistisch te zijn. Ik wist dat ze in een half uur allemaal vermoord zouden zijn. Mijn hart bloedde bij dat besef.”

Sobiborproces
Ongelooflijk genoeg wist hij samen met zijn broer de oorlog te overleven. Maar de in Polen geboren Bialowitz voelt zich niet welkom meer in Polen en emigreert naar de Verenigde Staten om daar een nieuw leven op te bouwen. Sinds zijn pensioen wijdt hij zijn leven aan het in herinnering houden van het bestaan en de gruwelen van Sobibor. Dit doet hij door lezingen te geven, de uitgave van zijn bibliografie, maar ook door gerechtelijke processen te ondersteunen. Zo trad hij in de jaren zestig op als getuige in het ‘Sobiborproces’ in Hagen en was hij enkele jaren geleden medeaanklager in het proces tegen Demjanjuk.

Bezoek Internationaal Strafhof
Bijzonder was zijn ontmoeting voorafgaand aan de lezing van dinsdag 9 september met een afvaardiging van de officieren van justitie van het Internationaal Strafhof (International Criminal Court, ICC) in Den Haag. Samen met bestuursleden van de Stichting Sobibor werd Philip Bialowitz en zijn zoon Joe met alle egards ontvangen. Het ICC benadrukt het belang van educatie van jonge mensen. Ook werd openlijk gesproken over de manieren waarop aanklagers ruimte willen geven aan ervaringen en verhalen van slachtoffers in de processen en de moeilijkheden die dit oplevert, door verregaande intimidatie van getuigen.

De bijeenkomst in De Haagse Hogeschool werd georganiseerd door de Stichting Sobibor i.s.m. De Haagse Hogeschool. De komst van Philip Bialowitz naar Nederland werd mede mogelijk gemaakt door de Provincie Gelderland.

“Als we het vergeten, begint het weer opnieuw”

By Nieuws

Al zag het er ‘s ochtends niet naar uit, de Herdenking van het Kindertransport in het Natio­naal Monument Kamp Vught op zondag 8 juni vond traditioneel plaats onder een blauwe hemel, warme zon en vogelgezang.

Ook traditioneel, maar niet minder emotioneel, was de voordracht door Donald de Marcas van de proclamatie, de aankondiging van het kindertransport. De bijdragen van Jeroen van den Eijnde, directeur van het Nationaal Monument Kamp Vught, opperrabbijn Binyomin Jacobs en Job Cohen hadden als gemeenschappelijk element het niet vergeten, het noemen van de namen van de kinderen en vooral aandacht voor het doorgeven aan de jeugd.

Dit werd ook in de praktijk gebracht door kinderen van de basisschool De Schalm. Zij hadden in een project onderzoek gedaan naar kinderen die deel uitmaakten van het kindertransport. Vier scholieren presenteerden elk één van deze kinderen. Naast het vermelden van details over de samenstelling van het gezin en wat er met hen gebeurd was na aankomst in Westerbork, verplaatsten ze zich in dat kind door middel van een gedroomde toekomst van dat kind. Het Muzekoor onder leiding van Peter van Meel zong sfeervolle liederen uit verschillende culturen. Voorafgaande aan het neerleggen van bloemen door de diverse betrokken organisaties, werden 71 witte ballonnen opgelaten, één voor elk jaar dat verstreken is sinds het transport.

Herdenking Kindertransporten (foto: Ronald Huffener)

Herdenking Kindertransporten (foto: Ronald Huffener)

Na afloop van de herdenking vond nog een programma plaats rond het verschijnen van het jeugdboek ‘Het Kindertransport’. De schrijver, Fedor de Beer, vertelde hoe hij tot het schrijven van dit boek was gekomen, afgewisseld met het voorlezen van fragmenten door kinderen van De Schalm. De kinderen waren intensief voorbereid door een bezoek van de schrijver aan hun klas. Zijn insteek was “als we het vergeten, begint het weer opnieuw”, een zin uit ‘Hier vertrok de trein’ van zanger Stef Bos, dat hem zeer getroffen heeft. Aan het slot boden de kinderen het eerste exemplaar van het boek aan Job Cohen aan.

Robert Kuwalek 1966 – 2014

By Nieuws

Robert KuwalesGeschokt hebben wij kennisgenomen van het plotselinge overlijden van Robert Kuwalek. Robert, als historicus verbonden aan het Staatsmuseum Majdanek (Lublin), was niet alleen een wandelende encyclopedie op het gebied van de Aktion Reinhard, maar vooral een ontzettend vriendelijke en open persoonlijkheid, die, ondanks zijn drukke bestaan, altijd en overal voor iedereen de tijd nam. Een geweldige verhalenverteller, onderzoeker, schrijver en vriend. Robert is 47 jaar oud geworden. Onze gedachten gaan uit naar zijn vrouw en dochter.

Door: Alwin Kapitein
Robert Kuwalek werd wereldwijd gerespecteerd vanwege zijn uitgebreide specialistische kennis van de geschiedenis en de cultuur van het Jodendom in Polen, in het bijzonder voor wat betreft de regio Lublin. Hij was een autoriteit op het gebied van de Aktion Reinhard, onder welke naam de massale vernietiging van de Joden uit zijn geboortestreek gestalte kreeg. Voor de vele vrienden die hij maakte tijdens zijn missie om deze zwarte bladzijde uit de geschiedenis aan de vergetelheid te ontrukken was hij ook en vooral een charismatische persoonlijkheid met encyclopedische kennis die briljant kon vertellen en met wie het bovendien ook buiten het curriculum zeer goed toeven was.

Mijn eerste ontmoeting met Robert was in oktober 2004 toen ik als deelnemer/student meereisde met de Studiereis die de Stichting Sobibor dat jaar voor het eerst mede-organiseerde samen met het Duitse Bildungswerk Stanislaw Hantz. Robert fungeerde gedurende die week als één van de gidsen voor een gezelschap van 45 Nederlanders en Duitsers. Naast de al genoemde feitenkennis viel hij op door zijn enorme bevlogenheid, verregaande empathie met slachtoffers en nabestaanden en zijn compromisloze houding tegenover het collaborerende deel van de Poolse en Oekraïense bevolking. Robert was destijds directeur van het eerder in dat jaar geopende  herinneringscentrum van Belzec, een baan die hij combineerde met een functie als wetenschappelijk onderzoeker in het Staatsmuseum van Majdanek en met een gezinsleven met zijn vrouw en dochter. Ondanks zijn drukke bestaan bleek Robert ieder jaar opnieuw bereid om ons te begeleiden tijdens de studiereis. Als inmiddels vaste begeleider van deze reis hoorde ik jaarlijks van deelnemers hoezeer ook zij begeesterd raakten door zijn verhalen. Overigens begeleidde Robert nog vele andere internationale reizen, hij moet in de loop der jaren vele duizenden mensen hebben geïnspireerd.

Robert Kuwalek en Jetje Manheim in 2005 (foto: Christophe Busch)

Robert Kuwalek en Jetje Manheim in 2005 (foto: Christophe Busch)

Robert Kuwalek werd geboren in 1966 in Lublin. Hij raakte al op jonge leeftijd geïnteresseerd in de geschiedenis van zijn geboortestad. Zijn grootvader vertelde verhalen over vroeger, toen een groot deel van de bevolking Joods was geweest, en over de oorlog waarin alle Joden werden weggevoerd en waarin de grote synagoge door de nazi’s werd verwoest. Hij ging geschiedenis studeren aan de Katholieke Universiteit en kwam daarna te werken bij het Rijksarchief van Lublin. In 1999 ging hij werken als wetenschappelijk onderzoeker in Majdanek. Hij verrichte uitgebreid onderzoek in de Verenigde Staten in de archieven van National Archives College Park, het USHMM in Washington, alsmede in Rusland en de Oekraïne. Van 2004 tot 2009 was hij directeur van het herinneringscentrum in Belzec. In 2008 en in 2014 ontving hij in Polen onderscheidingen voor zijn bijdrage aan het bevorderen van de Joodse cultuur en geschiedenis. Hij was auteur van talrijke wetenschappelijke publicaties waaronder de in 2010 verschenen monografie over vernietigingskamp Belzec.

Zijn kennis ontleende Robert behalve aan archieven zoals gezegd ook aan verhalen. Hij interviewde talloze ooggetuigen, niet alleen in Polen zelf maar ook in de Verenigde Staten, Israël en de voormalige Sovjetrepublieken. Door zijn innemende persoonlijkheid en zijn ongeveinsde, oprechte interesse in de verhalen van deze mensen ontstonden vaak langdurige vriendschappen. In zijn eigen stad was hij met recht een cultfiguur te noemen; iedereen kende Robert en Robert kende iedereen. Hij hield van Lublin en van het uitgaansleven, hij was een onmatig roker en drinker maar ook geweldig gezelschap met wie je enorm kon lachen. Hij stond altijd open en klaar voor iedereen die hem om advies vroeg, of het nu ging om de zoektocht naar een verloren familielid of om hulp bij het schrijven van een artikel. Zijn eigen openheid zorgde er waarschijnlijk voor dat mensen graag hun geschiedenis aan hem vertelden. Iedereen die wel eens een lezing of presentatie van Robert heeft bijgewoond zal de typerende zin herkennen die hij met grote regelmaat gebruikte: ‘I know this (wo)man, and (s)he told me openly….’

De laatste jaren besteedde Robert vooral aandacht aan de geschiedenis van Sobibor. Hij schreef onder andere teksten voor de tentoonstelling in het nieuw te openen museum.

Op donderdagavond 5 juni raakte Robert spoorloos in de Oekraïne tijdens een studiereis met Duitse studenten naar Lviv (Lemberg). Hij verliet het gezelschap om 22.00 uur na een vermoeiende dag om terug te keren naar zijn hotelkamer maar is daar nooit meer aangekomen. Afgelopen zaterdag werd de vondst van zijn stoffelijk overschot bekend gemaakt door de Oekraïense autoriteiten. Over de doodsoorzaak is vooralsnog nog geen uitsluitsel gegeven.

Wij zijn als Stichting Sobibor verbijsterd door de dood van Robert. Hij was voor ons een onvervangbare deskundige en vriend. Onze gedachten gaan uit naar zijn familie, in het bijzonder zijn vrouw en dochter.

Robert Kuwalek in Izbica, Studiereis 2011 (foto: Frank van der Elst)

Robert Kuwalek in Izbica, Studiereis 2011 (foto: Frank van der Elst)

Verslag herdenkingsreis 2014

By Nieuws

Groepsfoto reis 2014

Best wel spannend was het toen de groep op woensdag 9 april vanaf Schiphol naar Warschau vertrok voor de Herdenkingsreis van 2014. Spannend omdat de groep zeer verscheiden van samenstelling was. Een verslag van bestuurslid Petra van den Boomgaard.

Geïnteresseerden van verschillende leeftijden, nabestaanden en familie maar ook bewogen politici van de provincie Gelderland maakten dit jaar deel uit van de zeventien man sterke groep die af zou reizen naar Sobibor. Spannend was het ook omdat de begeleiding relatief nieuw was en het programma enigszins afweek van de voorgaande jaren.

Inmiddels kijken we terug op een zeer geslaagde Herdenkingsreis. Binnen een dag ontstond een gevoel van verwantschap. Met uitzondering van een enkeling was niemand ooit in Sobibor geweest en wist men niet wat te verwachten. Deze ongewisheid met het onbekende was de volgende ochtend voelbaar in de bus op weg naar Sobibor. Voordat het echter zo ver was bezochten we in de ochtend de synagoge van Wlodawa. Tijdens het bezoek was er niet alleen gelegenheid om de synagoge te bekijken en bekend te worden met de geschiedenis, de middelbare school van Wlodawa had tevens de kunstwerken van de finalisten van het jaarlijkse Holocaust ‘art project’ in de synagoge opgesteld en zo konden we genieten van al het schoons dat door de zestienjarigen was gecreëerd.

Tegen het begin van de middag was het dan eindelijk zo ver. Na een rondleiding en toelichting was er ruim gelegenheid om privé dan wel gezamenlijk stil te staan en te herdenken bij de stenen die zwijgend maar veelzeggend een plekje hadden in de Gedenklaan. In de gezamenlijkheid van de groep werden de slachtoffers opnieuw herdacht bij de zogenaamde asheuvel. De kop was er af en in eenheid werd ‘s avonds een bijzonder maal genoten in een voormalige Russische militaire kazerne.

Groepsfoto reis 2014

De volgende dag werd gestart men een nieuw programmapunt, een optreden van de lerarenopleiding uit Chelm. Dat wil zeggen een enkele leraar maakte deel uit van het gezelschap. Daarnaast traden vooral kinderen op met liedjes en gedichten ter nagedachtenis van de jonge Holocaust slachtoffertjes. Zeer beeldend, raak en emotioneel werden de kinderen van de Sjoa geportretteerd. Een onvergetelijke happening waardoor niet alleen onze groep maar ook de aanwezige scholieren van de middelbare school uit Lublin zeer werden geraakt.

Voorstelling leerlingen Chelm

I remember a certain transport from Holland. There were too many Jewish children to be ‘processed’ rapidly so they were in a long, steadily schrinking circular line from morning to night. Such beautiful children, gorgeaous little blond girls with pigtails, decently dressed. These poor unforunates…Many of them carried small suitcases or bags. Some of them were crying: they probably understood…

Met de scholieren uit Lublin bezochten we het sportveld Wlodawa en het perron in Orchowek om zo een beter begrip te krijgen van de lokale Pools-Joodse Holocaust geschiedenis. De jongeren deden actief mee aan de rondleiding. De groep werd in het Engels toe gesproken. Na aankomst in Sobibor werden de slachtoffers van Sobibor samen met de scholieren opnieuw herdacht door onze groep. Ook was er even gelegenheid voor de groep om met de scholieren van gedachten te wisselen. In het verlengde van de eerdere Herdenkingsreizen lag ook deze dag de nadruk op educatie en de jeugd. Een buitengewoon belangrijk speerpunt van de Stichting Sobibor.

Voordat we op laatste dag zouden terugreizen naar Amsterdam was er nog gelegenheid om stil te staan bij het getto van Warschau. Na een door omstandigheden korte ontmoeting met de Nederlandse ambassadeur Z.E. Paul Bekkers, werden we weer veilig afgezet bij de luchthaven door onze vaste en betrokken chauffeur.

We zullen het niet gauw vergeten.

Dit verslag werd gemaakt door bestuurslid Petra van den Boomgaard. Zij ging voor de eerste keer mee naar Sobibor. 

Nieuwe penningmeester Stichting Sobibor: Marijke Sterman-Vleeschdraager

By Nieuws
Marijke Sterman-Vleeschdraager

Marijke Sterman-Vleeschdraager

Met ingang van heden is Marijke Sterman-Vleeschdraager onze nieuwe penningmeester. Met grote betrokkenheid en kennis zal zij zich inzetten voor het financiële reilen en zeilen van de stichting.

Tot haar pensionering werkte zij in het medisch onderwijs. Als freelancer doet zij de administratie en organisatie van de Nederlandse Vereniging voor Medisch Onderwijs. Naast haar vrijwilligerswerk voor de Stichting Sobibor zet Marijke zich al jaren in voor de Vereniging Spierziekten.

Marijke heeft een persoonlijke binding met Sobibor.  De ouders van haar vader zijn er in april 1943  vermoord. In 2010 nam zij deel aan de Herdenkingsreis van de Stichting Sobibor nadat zij in 2009, samen met haar broer, besloot een steen ter nagedachtenis van hun grootouders te laten leggen. In datzelfde jaar herdachten zij in Auschwitz hun vader die daar in augustus 1942 werd vermoord: negen dagen voordat Marijke geboren werd.

Marijke: “Uiteraard heeft het lot van mijn vader, grootouders en vele andere familieleden, een grote stempel op mijn leven gezet en mij gemaakt tot de persoon die ik ben. Ik ben allergisch voor onrecht, discriminatie en gegeneraliseerde ideeën over mensen met een andere culturele achtergrond en ik ben bereid mij daartegen te verzetten.”

Opnieuw Nederlands naamplaatje gevonden in Sobibor

By Nieuws

Naamplaatje Annie Kapper

Voor de derde maal is in Sobibor een naamplaatje gevonden van een vermoord Nederlands kind. Ditmaal gaat het om een naamplaatje van het Amsterdamse meisje Annie Kapper. Tijdens archeologische opgravingen vond de Poolse archeoloog Wojciech Mazurek het aluminium naamplaatje met daarop haar naam en adres.

Het naamplaatje van Annie (roepnaam: Anne) Kapper werd eind vorig jaar gevonden in de grond van het voormalig vernietigingskamp Sobibor. Mazurek trof het plaatje aan in een van de massagraven in Lager III. Annie Kapper was afkomstig uit Amsterdam. Samen met haar broertje en ouders kwam zij op 27 maart 1943 in Westerbork aan. Het gezin werd drie dagen later, op 30 maart, op het vijfde transport vanuit Westerbork naar Sobibor gezet. Daar werd het gezin bij aankomst op 2 april vermoord.

Achterzijde plaatje Annie Kapper

Annie, geboren op 9 januari 1931, is twaalf jaar oud geworden. De vondst van het naamplaatje werd recent bekend gemaakt door de The Times of Israel. Klik hier voor het volledige artikel.

Er wordt veel gevonden in Sobibor sinds daar ruim tien jaar geleden werd begonnen met archeologische opgravingen. De gevonden naamplaatjes zijn uiterst bijzonder. Eerder al werd in de zomer van 2012 het naamplaatje van Lea Judith de la Penha gevonden en een  jaar later dat van David (roepnaam: Deddie) Zak. Ook deze kinderen kwamen via Westerbork in Sobibor terecht waar zij werden vermoord.

Publicatie over Radom door Jeannette Klusman

By Nieuws

Radom-300x268In het kader van Holocaust Memorial Day 2014 geeft de Stichting Sobibor het boek Een drukker in het getto van Radom, Jules Schelvis’ lange weg van Sobibor naar Amsterdam uit, geschreven door Jeannette Klusman.

In dit boek schrijft freelance journaliste Jeannette Klusman over het getto van Radom, officieel Jüdisches Zwangsarbeitslager Radom. In dit uitzonderlijke kamp, door Jules Schelvis in zijn boek Binnen de Poorten genoemd als een ‘oase in de woestijn, een veilige plaats naast dood en verderf in de wijde omgeving’, heeft Schelvis vier maanden gewoond. Hij werkte er met twee andere Amsterdammers, mensen uit het drukkersvak, in de drukkerij.

In de Holocaustliteratuur komt dit dwangarbeiderskamp slechts in de marge voor (de drukkerij helemaal niet), de bronnen zijn zeer schaars en er zijn nog maar weinig ooggetuigen in leven. Met dit boek wil de Stichting Sobibor bijdragen aan de verspreiding van de kennis over  het Joodse dwangarbeiderskamp Radom, dat zo’n belangrijke rol heeft gespeeld in het leven van Jules Schelvis. Alle donateurs ontvingen een exemplaar.

Getuigenissen
Het boek Een drukker in het getto van Radom, Jules Schelvis’ lange weg van Sobibor naar Amsterdam verschijnt als deel 10 in de serie Getuigenissen van de Stichting Sobibor. Eerdere titels in deze reeks zijn: Er reed een trein naar Sobibor van Jules Schelvis (deel 9) en Het leven niet waard van Janneke de Moei (deel 8).

Auteur
Tussen Jeannette Klusman en de Stichting Sobibor bestaat al sinds eind 2007 een goede band. Zij interviewde destijds Jules Schelvis voor Het Parool. De aanleiding was het eredoctoraat dat de Universiteit van Amsterdam hem in januari 2008 voor zijn boek Vernietigingskamp Sobibor zou verlenen. Gedurende het proces Demjanjuk was Jeannette Klusman persvoorlichter voor de Stichting Sobibor. Als germanist was Jeannette Klusman jarenlang docent aan de Hogeschool voor Journalistiek in Tilburg. Zij publiceerde o.a. in De Groene Amsterdammer, de Volkskrant en Het Parool.

De Stichting Sobibor is Jeannette Klusman zeer erkentelijk voor het schrijven van dit unieke boek.

Herdenking opstand Sobibor in Amersfoort – een verslag

By Nieuws

De jaarlijkse herdenking  van de opstand van 14 oktober 1943 in Sobibor vond dit jaar plaats op zondagmiddag 20 oktober in Nationaal Monument Kamp Amersfoort. Er waren ongeveer 90 donateurs en geinteresseerden naar deze middag gekomen. Naast een lezing over Aleksander Pechersky, de leider van de opstand, werd er een film vertoond over het getto van Warschau. 

Prof. dr. Selma Leydesdorff (Universiteit van Amsterdam), onder andere bekend van haar interviews met nabestaanden en overlevenden van Sobibor, sprak over haar onderzoek naar een van de leiders van de opstand, Aleksander Pechersky. Aan de hand van door haar gevonden nieuwe bronnen ging zij dieper in op zijn level zowel voor als na de opstand. Zij vatte het zelf samen als ‘een triest verhaal van een bijzondere man’. Aleksander Pechersky heeft nooit erkenning gekregen van de Russische overheid voor zijn bijdrage aan de opstand, echter er is hoop. Afgelopen 14 oktober is in een synagoge in Moskou Aleksander Pechersky herdacht in bijzijn van mensen van de Russische regering, een stap in de goede richting.

Na een korte pauze werd de documentaire A film unfinished over het getto van Warschau vertoond. Deze documentaire uit 2010 is gebaseerd op originele archiefbeelden gemaakt door de nazi’s in mei 1942, twee maanden voor de start van de deportaties naar Treblinka. Regisseur Yael Hersonski plaatst de archiefbeelden in hun context en ontmaskert het achterliggende doel van deze vergeten nazipropagandafilm. In de documentaire geven overlevenden van de Shoa commentaar op de confronterende beelden en wordt een van de Duitse filmmakers gevraagd naar de bedoelingen van het filmen. Ook werpen de beschrijvingen uit het dagboek van de voorzitter van de Joodse Raad van het getto van Warschau een ander licht op de beelden. Al met al een heftige film op deze zondagmiddag.

De middag sloten we af met een borrel op het leven, die konden we na deze documentaire wel gebruiken.

De lezing van Prof. dr. Selma Leydesdorff wordt nogmaals gegeven op 27 oktober bij het Genootschap voor de Joodse Wetenschap in Nederland:

Locatie: Joods Cultureel Centrum, Van der Boechorststraat 26 te Amsterdam
Tijd: 10.30 uur (de zaal is vanaf 10.00 uur open)

De volledige tekst van de lezing over Aleksander Pechersky vindt u hier.

herdenking opstand Sobibor – een verslag

By Nieuws

Zondag 13 oktober is de Stichting Sobibor met een kleine delegatie naar Polen afgereisd voor de internationale en groots opgezette herdenking van 70 jaar opstand in Sobibor. Onder ons bevonden zich onder andere staatssecretaris Martin van Rijn, ambassadeur Paul Bekkers, Jules Schelvis, afgevaardigden van het Nationaal Comité 4 & 5 mei en vfonds.

Majdanek
Na een vlotte vlieg- en busreis kwamen we aan in Lublin waar we de nacht hebben doorgebracht. De volgende ochtend, maandag 14 oktober, werden we al vroeg opgehaald met de bus om een bezoek te brengen aan het voormalige concentratiekamp Majdanek, wat onder de rook van Lublin ligt, en waar we werden verwelkomd door de directeur Tomasz Kranz. De verantwoordelijkheid van  Sobibor valt tegenwoordig , net als het museum en monument Belzec, onder Majdanek. Het was juist daarom goed om Majdanek te bezoeken en de banden aan te halen. Majdanek beslaat een groot oppervlak en er staan nog barakken waaronder ook de gaskamers en crematorium. Het bezoek was indrukwekkend, zeker ook de nieuwe tentoonstellingsruimte waar filmpjes werden getoond van inwoners van Zamosc, die hun familie en vrienden in dit kamp hadden verloren. In dit kamp hebben 150,000 gevangenen gezeten, waarvan 80,000 mensen (onder wie 60,000 Joden) zijn omgebracht.

Herdenking
In de late ochtend zijn we weer in de bus gestapt en naar Sobibor gereden waar de herdenking zou plaatsvinden. Het was er een drukte van jewelste. In het weekend ervoor had er een jeugdconferentie plaatsgevonden in het nabij gelegen Wlodawa.
Er waren studenten uit vele landen vertegenwoordigd, waaronder een aantal leerlingen met hun docenten uit het Gelderse Elburg, die waren meegereisd met een delegatie van de Provincie Gelderland. Ook waren de deelnemers van de Studiereis aanwezig, deze wordt mede georganiseerd door de Stichting Sobibor, zij waren de vrijdag ervoor al vertrokken met de trein vanuit Amsterdam. Al met al waren er zo’n 60 Nederlanders bij de herdenking aanwezig.

De ceremonie zelf begon in de late namiddag onder het bewakende oog van een Poolse erehaag. Na een oecumenisch gebed kwamen vele vertegenwoordigers van de aan de herinrichting participerende landen aan het woord (Polen, Slowakije, Israël en Nederland). Staatssecretaris Martin van Rijn sprak mooie woorden en refereerde aan het goede en belangrijke werk van Stichting Sobibor en ook dat in Sobibor een jonge Nederlandse vrouw, Selma Wijnberg, verliefd werd op een Pool, Chaim Engel– hij noemde het ‘a monument in itself’.

Jules Schelvis kreeg samen met de twee andere overlevenden (Thomas Blatt en Philip Bialowitz) een Poolse onderscheiding. Uiteraard waren zij daar alle drie erg blij mee.  En dat was nog niet alles. Ook Lies Caransa reisde met haar zoon mee met ons. Eerder dit jaar is in de grond van Sobibor het identificatieplaatje van haar neefje David ‘Deddie’ Zak gevonden. Het was een zeer emotioneel en bijzonder moment toen zij het plaatje te zien kregen. De Poolse overheid had een kopie van het plaatje vervaardigd en haar als cadeau gegeven. Het originele plaatje zal op termijn in het nieuwe museum in Sobibor een plek krijgen.

Na de vele toespraken werden er lichten bij de asheuvel neergezet. En ook in de Gedenklaan zetten mensen kaarsen bij de verschillende stenen. De schemer viel hierbij langzaam in.

Herinrichting
Vice-minister Zuchowski kondigde aan dat het winnende concept van de architecten Marcin Urbanek, Piotr Michalewicz and Łukasz Mieszkowski na onderhandelingen nu inderdaad gerealiseerd gaat worden. Uitgangspunt is een museum en het afschermen van de asvelden. Daarnaast dienen de huidige monumenten (basiliek, asheuvel en beeld van de vrouw met kind) intact te blijven en dient de natuur niet aangetast te worden.

Het winnende concept bestaat uit een muur die de route volgt van de Himmelfahrtstrasse, de weg die de slachtoffers naakt naar de gaskamer liepen. De asvelden worden ook omsloten door een muur, er zal echter een brede opening zijn (zo’n 30 meter) om zicht te hebben op de asvelden en plaats te bieden voor herdenkingen.

Wat zeer positief is dat Zuchowski beloofde dat de architecten met alle landen en belanghebbenden zullen overleggen over eventuele verbeteringen of aanpassingen. Wij staan hier uiteraard voor open.

De Herdenkingslaan zal in dit concept in zijn huidige vorm verdwijnen. De stenen zullen aan de momenteel geasfalteerde allee komen te liggen, het pad dat loopt van het museum naar de monumenten in het bos. Er is gegarandeerd dat er ook in de toekomst stenen bijgelegd kunnen worden, een vereiste van de Stichting Sobibor. De stenen krijgen hiermee een prominente plek in het ontwerp waarmee ‘individueel herdenken’ gewaarborgd is en blijft.

Waanzin
Na de herdenking had staatssecretaris Martin van Rijn alle Nederlanders bij de herdenking uitgenodigd voor een diner in Lublin waar we de gebeurtenissen van de dag hebben kunnen doornemen. Tijdens het diner bood Robert Croll, voorzitter van de raad van bestuur van het vfonds, aan zich in te spannen om het vfonds te bewegen voor de herinrichting 1 miljoen euro bij te dragen. Dat zou natuurlijk fantastisch zijn, daar de financiering van de herinrichting nog niet rond is. De staatssecretaris concludeerde dat hij die dag was geconfronteerd met de waanzin van de mens en hoe belangrijk het was dat we dit blijven herdenken en ook doorgeven aan de jeugd. De Stichting Sobibor sluit zich hierbij aan.

herdenking Kindertransporten 2013

By Nieuws

Op zondag 9 juni werd in Nationaal Monument Kamp Vught de jaarlijkse Herdenking Kindertransporten gehouden. Een mooie herdenking op een zonovergoten dag in Brabant opgeluisterd door muziek van Mir Tsvey.

Nadat alle mensen naar het monument liepen lazen kinderen van de Vughtse basisschool De Schalm (groep 7) de namen voor van de kinderen die mee zijn gegaan op het zogenaamde Kindertransport. Toen iedereen zat las Donald de Marcas de proclamatie voor waarmee de transporten van 6 en 7 juni 1943 bekend werden gemaakt. Er vertrokken toen twee treinen met bijna 1300 Joodse kinderen uit kamp Vught. Alle kinderen onder de 16 moesten weg, hun moeders mochten mee. Er werd gezegd dat zij naar een speciaal kinderkamp in de buurt zouden gaan. Maar de treinen gingen naar doorgangskamp Westerbork en vervolgens naar Sobibor in Polen, niemand overleefde dit transport.

Maarten Eddes, voorzitter van Stichting Sobibor, kreeg daarna het woord die aandacht besteedde aan het recent gevonden identificatieplaatje van David – Deddy – Zak, een 8-jarig jongetje die op dit 15e transport naar Sobibor zat met zijn ouders. Bizar en tegelijk prachtig dat zo’n plaatje 70 jaar dato uit de grond komt, een teken naar het heden dat zo’n kindertransport nooit meer mag plaatsvinden. Ook maakte hij de link naar de kindertransporten in het buitenland, zo het kindertransport vanuit het Poolse Wlodawa waar in de zomer van 1942 700 kinderen moesten verzamelen op het lokale voetbalveld en naar Sobibor werden vervoerd om nooit meer weder te keren. In de hal van Nationaal Monument Kamp Vught hingen de winnende tekeningen van scholieren uit Wlodawa die jaarlijks met onze stichting in april herdenken in Sobibor.

Na een muzikaal intermezzo nam opperrabijn Binyomin Jacobs het woord met een woord voor herdenking. Treffend was de anekdote van een Sjoa overlevende die tegen een rebbe zei dat hij niet meer in God geloofde, waarop de rebbe antwoordde ‘dus u gelooft nu in de mensheid’. Dat geeft inderdaad te denken. Hij sloot af met yiskor en kaddisj.

Joël Cahen, directeur Joods Historisch Museum en opgegroeid in Vught, als hoofdspreker vertelde over zijn leven in Vught, zijn vader en ook wat het identificatieplaatje van David Zak bij hem teweeg bracht. Een mooie overpeinzing.

Na afloop werden er 70 ballonnen opgelaten, voor elk jaar een ballon opdat wij niet vergeten.

Al met al een prachtige herdenking.