© Rudie Cortissos, Amsterdam
Met het voorlezen van deze brief opende Annemieke Traag, gedeputeerde bij de provincie Gelderland, woensdag 13 juni de tentoonstelling Post uit de Vergetelheid:
“Geachte Meneer en Mevr.
Hierbij stuur ik u deze briefen uit Assen. Mijn man stond bij de trein toen de jüden menschen uit Westerbork
werden vervoerd over Assen. In Assen stopte de trein en werden er brieven en kaarten uit de trein gegooid. Een ieder wilde graag zijn post weghebben maar grootendeels werden daar de brieven opgepakt door onze …..! De brieven die mijn man vond zaten geen postzegels op. Dus nu hebben wij het duidelijkste adres
gevonden van u daar alle brieven vuil waren. Nu wilden wij graag dat u vooral die andere stumpers even dat berichtje
wilde door geven daar dat allemaal in Amsterdam is. Wij hebben nog meer te verzenden dus doen wij veel voor onze jüden. Hopende dat ze spoedig weer terug zullen komen. Ze hebben allemaal moed en wij houden ook moed.
Verders de Hartelijke Groeten van een onbekende.”
Rachel Borzykowski-penning naar Doede Sijtsma, Provincie Gelderland
Eerder deze middag reikte Jules Schelvis, overlevende van vernietigingskamp Sobibor, de Rachel Borzykowski-penning uit aan Doede Sijtsma.
Jules Schelvis en Doede Sijtsma
De penning draagt de afbeelding van Jules jonge echtgenote Rachel met wie hij in de oorlog trouwde: “Wij waren jong, zij was 17 en ik 19 jaar, beiden in de overgang van een onbekommerde jeugd naar de volwassenheid. Het dagelijks leven onder Duitse bezetting ging aanvankelijk gewoon zijn gang, maar de steeds talrijker wordende verordeningen tegen de Joden drukte langzamerhand een zwaar stempel op ons bestaan, maar had geen invloed op onze verliefdheid en ons onverwoestbaar zelfvertrouwen.”
Het jonge paar komt echter na een barre treinreis in Sobibor terecht. Schelvis behoorde tot de weinigen die elders tewerkgesteld werden. Rachel, haar ouders en broertje gingen meteen door naar de gaskamers.
Eric Borrias, Jules schelvis, Doede Sijtsma en Janneke de Moei. Borrias en De Moei ontvingen eerder deze onderscheiding.
Sobibor en de provincie Gelderland
Jetje Manheim, voorzitter van de Stichting Sobibor, over de bijzondere band die Doede Sijtsma al tien jaar met Stichting Sobibor heeft: “Het begon allemaal met het aangaan van een jumelage tussen de provincies Gelderland en Lubelskie, waarbij Gelderland, als dank voor de hulp van de Poolse soldaten bij de Slag om Arnhem en de bevrijding van Gelderland, aanbood Lubelskie bij te staan in het toetredingsproces naar het lidmaatschap van de Europese Unie.
Toenmalig Statenlid Hans Esmeijer was eens, voordat hij Statenlid werd, met Jules Schelvis in Sobibor geweest en hij vond het bijzonder dat hij nu, in zijn nieuwe rol, daadwerkelijk iets kon betekenen voor dit voormalige vernietigingskamp.
Hij werd een warm pleitbezorger voor aandacht en steun voor Sobibor, een houding die werd overgenomen door zijn medebestuurders, zeker als zij Sobibor eenmaal bezocht hadden. Er werd een subsidie beschikbaar gesteld om het belangrijke verhaal van Sobibor meer gekend te maken.
Zo kwam het dat Doede Sijtsma, werkzaam bij Bureau Buitenland, in het koude voorjaar van 2003, samen met Marek Bem – de toenmalige directeur van het museum Sobibor – een Masterplan voor de toekomst schreef. Hij overnachtte in een zomerhuisje in de omgeving van Sobibor waar hij zich op temperatuur moest houden aan de warmte van een gasstel.”
Vanaf dat moment houdt Sijtsma zich bezig met onder andere de inrichting van een gedenklaan waar nabestaanden een steen kunnen plaatsen, met een internationale tentoonstelling “From the ashes of Sobibor”, de herinrichting van deze plek waar niets meer overgebleven is nadat er in oktober 1943 een geslaagde opstand had plaatsgevonden en de nazi’s het platbrandden.
Hierom en vanwege de steun die hij de vrijwilligersorganisatie Stichting Sobibor ten allen tijde verleent, ontving Sijtsma vandaag deze onderscheiding.
De tentoonstelling is nog te zien t/m 11 juli 2012
Huis der Provincie Gelderland
Markt 11 6811 CG Arnhem