Category

Nieuws

Regina Zielinski

Regina Zielinski

By Nieuws

Ontdek het inspirerende levensverhaal van Regina Zielenski, een overlevende Sobibor die tegen alle verwachtingen in wist te ontsnappen tijdens de opstand op 14 oktober 1943. Haar ongelooflijke reis vanuit de duisternis naar een nieuw leven in Australië is er één van veerkracht en hoop. Of in haar woorden: “Ik spreek voor de vrienden die nog leven en ik spreek voor degenen die het niet hebben overleefd. Daarom ben ik hier.”

Jozef van Delft, 1889-1943

Jozef van Delft

By Nieuws

Het verhaal van Jozef van Delft op de Joodse markt in de Gaaspstraat. De markt was alleen toegestaan voor Joden, maar hij trotseerde de normen – een dure keuze. Geboren in Wildervank, kwam Jozef, samen met zijn vrouw Jenny, tragisch aan zijn einde in Sobibor in juli 1943. Zijn twee kinderen, Saartje en Jakob, werden al in 1942 gedeporteerd naar Auschwitz.

Lees verder

Tentoonstelling Heroes for Sobibor

By Nieuws

Van 1 juli tot 1 november 2023 is de tentoonstelling ‘Heroes of the Uprising in Sobibor – October 14, 1943 / Helden van de Opstand in Sobibor – 14 Oktober 1943’ te zien in Herinneringscentrum – Kamp Westerbork.

De tentoonstelling, vertelt het verhaal van een aantal helden die de opstand overleefden en bovendien de oorlog én de Holocaust overleefden. De borden met foto’s en opschrift zijn buiten te vinden bij de hoofdingang van het museum.

De tentoonstelling is een project van het district Wlodawa dat het stationsgebouw in Sobibor beheert. Het stationsgebouw is recent gerestaureerd en wordt door het district ontwikkeld voor educatieve doeleinden. De tentoonstelling is vorm gegeven door Poolse en Nederlandse scholieren als alternatief voor de jaarlijkse Internationale Jeugdconferentie in Sobibor. Deze kon door Covid-19 drie jaar lang niet plaatsvinden. Door dit project konden Poolse en Nederlandse scholieren toch contact houden met elkaar en de geschiedenis van Sobibor delen.
Jongeren namen (online)deel aan een panel van lezingen en historische workshops waar ze leerden over belangrijke gebeurtenissen en personen met betrekking tot het vernietigingskamp Sobibor. De kern van alle activiteiten in het project is een poging om de vraag over de oorzaken en gevolgen van de Holocaust te beantwoorden.

De Internationale Jeugdconferentie is sinds 2013 een jaarlijkse ontmoeting tussen Nederlandse, Poolse en Duitse scholieren, die elkaar in Sobibor ontmoeten om samen kennis te nemen van de geschiedenis.

Dit jaar vindt voor het eerst sinds 2020 weer een  Internationale Jeugdconferentie plaats rond 14 oktober in Sobibor.

Terugblik Herdenkingsreis 2023

By Nieuws

Omdat we tijdens Covid verschillende reizen hebben moeten annuleren, zijn wij blij dat afgelopen mei opnieuw een Herdenkingsreis heeft plaatsgevonden. We kijken terug op een heel bijzondere reis. Dit had verschillende redenen. In de eerste plaats was de groep homogener in vergelijking met eerdere reizen. Als gevolg hiervan ontstond er binnen een dag al soort van groepsgevoel. Deelnemers, zelfs mensen die niet perse voor het concept groepsreis hadden gekozen, leken op het gemak. Eerste, tweede en zelfs derde generatie overlevenden en nabestaanden namen deel aan de reis. Zij vormden de meerderheid. Maar liefst vier deelnemers zijn als kind in de oorlog ‘weggegeven’ en zouden op die manier de Holocaust overleven. Hun ouders zijn in Sobibor vermoord. De oudste deelneemster is gelukkig nooit verder dan kamp Westerbork gekomen. Dit maakte de reis beladen. Voor ons als organisatoren is het vervolgens best spannend. Hoe gaat de reis verlopen? Hoe gaat men om met het gedeelde verleden? Al snel bleek dat de mensen elkaar ondersteunden.

Dan waren er de stenen. Verschillende mensen zijn specifiek meegegaan voor het leggen van ‘hun steen’. Door de nodige invloed van onze voorzitter Christine, was het namelijk voor het eerst in lange tijd mogelijk om stenen te leggen. Alles leek in kannen en kruiken totdat we op donderdag 18 mei bij het museum in Sobibor aankwamen. Ons werd verteld dat er een steen ontbrak. Dit veroorzaakte de nodige paniek, teleurstelling en stres bij zowel de organisatie als de deelnemers. Ze waren speciaal voor de steen meegekomen. Gelukkig was het ontbreken van de steen niet van invloed op de prachtige en emotionele herdenking op deze eerste dag in Sobibor. Ook het diner bij Agnieszka en Jan in Chelm was als vanouds. Ontlading, heerlijk eten en gezelligheid. Met de steen zou het de volgende dag gelukkig goed komen. Tegen een uur of vier werd het plaatje gebracht, gevolgd door een mooie persoonlijke herdenking.

Ook het educatieve aspect was deze reis anders. Dit kwam omdat er twee studenten van de Universiteit Utrecht deelnamen aan de reis. Een van hen had een Pools joodse achtergrond. Zijn opa had Treblinka overleefd. Het gaf nieuw elan aan de reis. De studenten ondersteunden de Engelstalige deelnemers en waren bovendien betrokken bij de tweede dag: het bezoek met de scholieren uit Lublin aan Sobibor.
Ook de docenten, Iwona en Johanna, zorgden voor een nieuw perspectief. Met de scholieren bezochten we een moerasachtig gebied. Het was een tot nog toe onbekende joodse begraafplaats. Anders en toch ook niet anders was het verhaal van Loek van Mourik. De afgelopen jaren is Loek mee geweest met de reis. Iedere keer spreekt Loek, na afloop van de herdenking op de tweede dag, met de Poolse scholieren. Hij vertelt hen zijn persoonlijk verhaal. Een zoektocht naar zijn eigen identiteit, zijn naam. Een jaarlijks bezoek aan ‘het graf’ van zijn moeder en zusjes. Dit jaar bleven ook alle Herdenkingsreis deelnemers staan om te luisteren naar het verhaal van Loek. Hoe bijzonder en voor sommigen herkenbaar.

Na een bezoek aan het Polin Museum in Warschau op de laatste dag, nadat we op de eerste dag het Jewish Historical Institute al hadden aangedaan, sloten we de reis op zaterdag af. Onderweg naar het vliegtuig werd het comité voor de reünie al samen gesteld, foto’s gedeeld en nadien nog veel berichten uitgewisseld. Een mooie reis en goede herinneringen.

Petra van den Boomgaard

In mei 2024 (22 t/m 25 mei) zal de Herdenkingsreis weer worden georganiseerd. U kunt zich opgeven voor deze reis via info@sobibor.org

 

 

 

 

 

 

 

 

Terugkijken lezing De “Mörderschule” van Sobibor door Menno Visser (8 juni 2023)

By Nieuws

Als onderdeel van het project ‘Sjiwwe voor Sobibor’ gaf Menno Visser, historicus en bestuurslid van Stichting Sobibor, op 8 juni vanaf  in het Herinneringscentrum Kamp Westerbork een lezing over het verband tussen Aktion T4 en het Aktion Reinhard-vernietigingskamp Sobibor.

In 1942 en 1943 werden onder de codenaam Aktion Reinhard meer dan anderhalf miljoen Joden in vernietigingskampen in het bezette Polen vermoord. Op hetzelfde moment was Aktion T4 al vanaf 1939 aan de gang. Hitler had persoonlijk – met het zetten van zijn weinig geplaatste handtekening – toestemming gegeven voor de moord op ongeneeslijk zieke en geestelijk gehandicapte Duitsers. De instellingen waar de ‘euthanasie’ op eugenetisch ongewenste Duitsers plaatsvonden werden in de jaren zestig omschreven als “Mörderschulen” voor Aktion Reinhard. Waarom werden deze Duitse en Oostenrijkse instellingen gezien als moord-opleiding voor Aktion Reinhard?

Bekijk hier de lezing:

Terugblik herdenking kindertransporten en Sjiwwe voor Sobibor (4 juni 2023)

By Nieuws
Bloemstuk Stichting Sobibor

Namens Stichting Sobibor legde bestuurslid Bernolf Kramer en zijn dochter een bloemstuk.

Dit jaar was het 80 jaar geleden dat de Kindertransporten vanuit Kamp Vught via Westerbork naar Sobibor plaatsvonden. Hier vind je een terugblik in foto’s, het NOS Jeugdjournaal en enkele toespraken.

De herdenking in samenwerking met NM Kamp Vught is jaarlijks rond 6 en 7 juni, de data van de Kindertransporten van Vught naar Westerbork. Op 5 juni 1943 werd bekend  gemaakt dat alle Joodse kinderen weg moesten. In de ogen van de SS-leiding gaven ze teveel overlast. Bijna 1300 kinderen, vaak begeleid door hun moeder, soms ook hun vader, of door beide ouders, werden op 6 en 7 juni in twee treinen naar Westerbork overgebracht.

Deze laatste trein uit Vught kwam in de vroege ochtend van 8 juni aan, de nieuw-aangekomenen werden geregistreerd en bijna allemaal gingen zij direct naar de gereedstaande trein die hen naar Sobibor vervoerde. Zo goed als alle 3017 gedeporteerden van het 15e transsport op 8 juni 1943 werden daar bij aankomst vermoord, waaronder de naar Sobibor gedeporteerde kinderen van de 2 transporten uit Vught.

Na een welkomstwoord door directeur Jeroen van den Eijnde (directeur NM Kamp Vught) las Christine Gispen-de Wied (voorzitter Stichting Sobibor) de proclamatie voor waarmee de Kindertransporten in 1943 in het kamp bekend werden gemaakt.

Lineke de Vries

Sara de Vries vertelde het verhaal van haar nichtje Lineke de Vries, die als 6-jarige met moeder Eva naar Sobibor moest. Sara de Vries is gastspreker bij het Landelijk Steunpunt WOII-Heden. Lees hier haar bijdrage.

Opperrabbijn Binyomin Jacobs hield een overdenking. Die kun je hier lezen.

De leerlingen vervulden ook dit jaar verschillende rollen: als ceremoniemeester, interviewer of Kids Reporter. Ook lazen de kinderen de namen voor van in 1943 weggevoerde Joodse kinderen, en hielpen zij bij het leggen van de bloemstukken.

Na de herdenking was de voorstelling ‘Sjiwwe voor Sobibor’ te zien. Ditmaal in een speciale versie met teksten die te maken hebben met de kindertransporten van juni 1943.

Sjiwwe is de zevendaagse rouwperiode in de Joodse traditie. Het woord betekent ook ‘zitten’ en is het woord voor het getal zeven in Hebreeuws. Jonge theatermakers onderzochten nieuwe manieren van herdenken, tachtig jaar na de negentien transporten vanuit Nederland naar Sobibor.

Sjiwwe voor Sobibor is een samenwerking van Herinneringscentrum Kamp Westerbork, Theater Na de Dam, Roestvrij theater en Stichting Sobibor.

Het NOS Jeugdjournaal maakte onderstaande reportage over de herdenking op 4 juni:

“Maar zeker ook het programma na afloop van de herdenking: een toneelstuk, uitgevoerd door jongeren: Sjiwwe, heette het. Imponerend en confronterend. Ik kan het niet beschrijven, omdat de opvoering van de weg die de kinderen van de Kindertransporten moeten afleggen, zo echt was dat woorden tekort zouden schieten. Alle Middelbare scholen zouden verplicht dit moeten zien, in de strijd tegen antisemitisme en ieder andere vorm van rassenhaat.”

Opperrabbijn Binyomin Jacobs

De Kids Reporters van BS De Schalm maakten een verslag van de herdenking.

Foto’s: Monique van den Brink, Lisette Broess, Bernolf Kramer en Jan van de Ven.  

Met dank aan de leerlingen en docenten Mart, Lieke en Natalie van BS De Schalm, Defensie, Kids Reporters (filmpje volgt nog), Landgoed Huize Bergen, Politie Oost-Brabant, het Revesz Trio, het Rode Kruis en Buurtpreventie Vught. 

 

Terugblik Sobibor Herdenking en Sjiwwe voor Sobibor (1 juni 2023)

By Nieuws

In 2023 is het 80 jaar geleden dat met 19 transporten 34.313 Joodse Nederlanders en vluchtelingen vanuit kamp Westerbork naar het vernietigingskamp Sobibor zijn gedeporteerd en vermoord. Slechts 18 van hen hebben de oorlog overleefd.

Stichting Sobibor organiseerde op donderdag 1 juni 2023, in samenwerking met het 4 en 5 mei comité, stadsdeel Zuid, een herdenking bij het monument ‘Sobibor – en wat doe jij’ bij de ingang van het  Vondelpark aan de Van Eeghenstraat 78.

De herdenking startte om 16 uur met de voorstelling Sjiwwe voor Sobibor door jonge theatermakers van Roesvtrij Theater.

Bij het maken van de voorstelling onderzochten jongeren van Roestvrij theater uit Dwingeloo het systeem achter de deportaties, de persoonlijke verhalen van de slachtoffers en ontwikkelden zij nieuwe rituelen om te herdenken en te rouwen. Sjiwwe is de zevendaagse rouwperiode in de Joodse traditie, maar betekent ook ‘zitten’ en is het woord voor het getal zeven in het Jiddisch.

Christine Gispen-de Wied, voorzitter van Stichting Sobibor, heette de ongeveer 200 aanwezigen welkom.

Hierna volgende een drietal getuigenissen over het vernietigingskamp Sobibor. Floor van Woerkom las een tekst voor van Stephan Selmaszuk vanuit het perspectief van een omstander. Hij woonde op vier kilometer afstand van Sobibor en was wisselwachter op het rangeerterrein bij het vernietigingskamp.

Menno Visser las voor uit een rechtbankverhoor van Karl Frenzel in Dortmund (1962). Frenzel was SS’er in het vernietigingskamp Sobibor.

Anne Vleeschdraager las een tekst van Sobibor-overlevende Dov Freiberg. Hij was net 15 toen hij in Sobibor werd uitgekozen voor het
werkcommando. Hij heeft 17 maanden lang in Sobibor doorgebracht.

Lees hier de teksten  die zijn uitgesproken door Floor van Woekom, Menno Visser en Anne Vleeschdraager over omstander, dader en slachtoffer

Hierna volgde een toespraak door journaliste Rosanne Kropman over haar ervaringen in 2014 tijdens de archeologische opgravingen van de gaskamers op het terrein van het voormalig vernietigingskamp Sobibor. Onderstaand citaat raakt de kern van haar toespraak. In het najaar verschijnt haar boek ‘Het donkerste donker’ over het vernietigingskamp Sobibor.

“Ik was tot die dag in Sobibor altijd van mening dat er geen onderscheid is tussenmens en dier – homo sapiens is tot dat moment voor mij een soort als alle andere.Maar na het bezoek aan Sobibor ben ik ervan overtuigd dat juist deze plekken de mens van de dieren onderscheiden. Niet door één psychopaat maar door een groep is hier niet alleen nagedacht over een methode waarmee zo veel mogelijk mensen gedood kunnen worden, maar ook over hoe dat proces zo rustig mogelijk kan verlopen. Alles in dit verschrikkelijke kamp spreekt van kille berekening. Geen daad van woede, geen gevecht op leven en dood, niet om voedsel of om een geschiktepartner. Slechts het uitroeien van één groep vanwege een idiote ideologie. Alleen de mens is hiertoe in staat.”

Mirjam van Dam en Ed Boekee verzorgden een muzikaal intermezzo met Jiddische liederen. Hierna legden de aanwezigen steentjes bij het monument.

Ouderentransport

By Nieuws

Het ‘ouderentransport’ van 11 mei 1943 naar Sobibor

Dit jaar herdenkt Nederland dat het tachtig jaar geleden is dat er tussen 3 maart en 20 juli 1943 negentien deportatietreinen vanuit Nederland naar vernietigingskamp Sobibor reden, in het oosten van bezet Polen. Met deze treinen werden 34.313 Joden getransporteerd, van wie verreweg de meesten onmiddellijk ter plaatse vergast werden. Een kleine groep werd geselecteerd voor dwangarbeid; van hen keerden er slechts achttien levend terug.

Veel van de Joden op deze transporten naar Sobibor hadden eerder enige tijd in Kamp Vught gezeten. In de laatste jaren zijn we meer te weten gekomen over de mensen om wie het gaat: wie ze waren, waar ze vandaan kwamen en wat hun leeftijd was. Zo kunnen we nu ook meer zeggen over de Joodse Brabanders en Limburgers die in Sobibor werden omgebracht. Zoals de 32-jarige Bertrien Kooperberg uit Geertruidenberg, die op 8 mei 1943 vanuit Kamp Vught naar Westerbork werd gedeporteerd en vandaar op 11 mei naar Sobibor. Kort voor haar vertrek wist ze uit Kamp Vught berichten te smokkelen om haar kennissen in te lichten over haar vreselijke ervaringen.

Een uitzonderlijk transport

Het transport waarvan Bertrien op 11 mei 1943 deel uitmaakte, was uitzonderlijk: de meesten van de 1444 personen aan boord van de trein die hen van doorgangskamp Westerbork naar Sobibor bracht, waren namelijk zieken en bejaarden. Uit nieuw onderzoek blijkt dat er 96 Limburgers in deze trein zaten, van wie slechts drie jonger dan zestig jaar. Zij waren de echtgenote of de dochter van een oudere. Uit Noord-Brabant waren 70 personen afkomstig, van wie er 26 jonger waren dan zestig en 13 jonger dan vijftig.

Deze ouderen waren voor een groot deel mensen van wie de families al generaties lang in die provincies hadden gewoond. Velen hadden de kost verdiend als winkelier of veehandelaar. De stedelingen waren slager of dreven een textielhandel. De Limburgers en ook de geboren Brabanders spraken dialect. Er was nog iets bijzonders aan de taal van deze mensen: ze gebruikten in hun onderlinge communicatie veel Jiddische woorden. Misschien is in de goederentrein die hen tussen 11 en 14 mei 1943 van Westerbork naar Sobibor bracht, nog in deze mengtaal gesproken over de kiloprijs van rundvlees. Dat gebeurde daarna nooit meer. Op 14 mei verdween in Sobibor, tegelijk met de vergassing van deze oude Joodse Limburgers en Brabanders, ook hun met Jiddische woorden doorspekte streektaal.

De niet-Brabanders en niet-Limburgers in dezelfde trein waren eveneens in meerderheid ouder dan zestig jaar (zie tabel). In dit artikel leggen we uit hoe deze opmerkelijke leeftijdsverdeling tot stand kwam. Daarvoor gaan we achtereenvolgens in op de rol van Kamp Vught in de Jodenvervolging; de verdrijving in april 1943 van de laatste Joden uit de Mediene, dat wil zeggen Nederland buiten Amsterdam; de collectieve overplaatsing van grote gezinnen, ouderen en zieken van Vught naar Westerbork in twee transporten op 8 en 9 mei 1943; en de deportatie van de meesten van hen op 11 mei naar Sobibor.

Tabel. Leeftijdsverdeling transport 11 mei 1943 naar Sobibor

Geboren tot 1882 Geboren tussen 1883 en 1926 Geboren in 1927 of later Totaal
Provincies waaruit relatief veel oudere Joden werden gedeporteerd
Noord-Brabant 44 21 5 70
Limburg 93 3 96
Gelderland 128 55 9 192
Overijssel 143 32 6 181
Noordelijke provincies met relatief weinig Joden in dit transport
Groningen 15 4 3 22
Friesland 3 5 8
Drenthe 2 1 1 4
Westelijke provincies en steden waaruit relatief minder oudere Joden werden gedeporteerd
Utrecht 22 17 1 40
Noord-Holland
(= Amsterdam)
190 310 115 615
Den Haag en Scheveningen 61 42 10 113
Rest Zuid-Holland 43 52 8 103
Totaal 744 542 158 1444
Exclusief strafgevallen 719 447 158 1324

Bron: Joodsmonument.nl en het onderzoek van Herman van Rens (Limburg) en Frank van Doorn (Noord-Brabant)

Kamp Vught

Het Konzentrationslager Herzogenbusch, meestal aangeduid als Kamp Vught, werd gebouwd in 1942 als het enige door de SS geleide concentratiekamp binnen de grenzen van Nederland. De eerste politieke gevangenen kwamen op 13 januari 1943 aan uit Kamp Amersfoort. Een aparte afdeling van het kamp werd het tweede Durchgangslager für Juden naast Westerbork. De eerste 450 Joodse gevangenen arriveerden op 16 januari 1943 in Vught. Opgeteld voor de hele periode van januari 1943 tot de sluiting in september 1944 zaten er in Vught ongeveer 32.000 mensen gevangen, van wie 12.000 Joden. Omdat Vught een ‘gewoon’ concentratiekamp was, moesten veel gevangenen er werken in arbeidsgroepen, die voor een deel waren ondergebracht in subkampen.

De Joden kwamen voornamelijk langs drie wegen in het kamp: de eerste vijfduizend waren vooral Amsterdamse Rüstungsjuden, Joden die tijdelijk waren vrijgesteld (‘gesperrt’) van deportatie omdat zij werkten in een voor de Duitse oorlogsindustrie belangrijk bedrijf. Ook hun gezinsleden kwamen in Kamp Vught. De tweede groep kwam in april 1943, toen ruim vierduizend Joden van buiten Amsterdam gedwongen werden uit hun woonplaats naar Vught te ‘verhuizen’. Op deze, door de nazi’s Provinzentjudung genoemde actie komen we nog terug. Na april 1943 kwamen, als derde groep, nog 3300 Joden het kamp binnen, bijna allemaal Amsterdammers. Zij hadden in april hun Sperre behouden, maar die was tussen april en september alsnog vervallen.

Vrijwel alle Joodse gevangenen van Vught werden in minstens 25 groepstransporten eerst gedeporteerd naar Westerbork en vandaar verder naar de vernietigingskampen Auschwitz en Sobibor. Twee transporten van Joden vanuit Vught, waaronder dat van het zogeheten Philips-Kommando op 2 juni 1944, gingen niet via Westerbork maar rechtstreeks naar eindbestemming Auschwitz. Met het beruchte Kindertransport van 6 en 7 juni 1943 werden alle Joodse kinderen met een van hun ouders vanuit Vught overgebracht naar Westerbork en vandaar op 8 juni naar Sobibor. Dankzij nieuw onderzoek weten we nu dat aan de wegvoering van de kinderen een veel minder bekend massatransport met hoofdzakelijk ouderen is voorafgegaan. Op 8 en 9 mei moesten namelijk alle mensen die ouder waren dan zestig jaar en kinderrijke gezinnen in de trein naar Westerbork. Zij hadden zich in Vught relatief veilig gevoeld omdat in Westerbork deportatie ‘naar het oosten’ dreigde en in Vught tot dan toe niet. Deze transporten hingen samen met de genoemde Provinzentjudung.

De verdrijving uit ‘de provincie’

Eind maart 1943 kwam het bevel van Hanns Albin Rauter, als hoogste vertegenwoordiger van de SS verantwoordelijk voor de deportatie van de Nederlandse Joden, om acht Nederlandse provincies – alle behalve Noord- en Zuid-Holland en Utrecht – vóór 10 april geheel van Joden te zuiveren. Alle Volljuden uit deze gebieden, met uitzondering van de ‘gemengd gehuwden’, moesten worden verzameld in Kamp Vught. Alle Sperren kwamen hier te vervallen. In veel gevallen reisden de Joden ‘uit de provincie’ op eigen gelegenheid naar Vught. Een 54 seconden durend filmpje laat zien hoe de Joden uit het Noord-Limburgse Gennep op 9 april 1943 zwaaiend afscheid namen van hun buren en naar het station liepen om naar Vught te reizen… Zie: https://youtube.com/watch?v=ZapL82j7XwY&feature=shares.

Eind april trof een soortgelijke verordening ook de Joden uit de provincies Zuid-Holland en Utrecht. De Joden van Noord-Holland buiten Amsterdam waren in een eerder stadium al gedwongen verhuisd naar de hoofdstad. De enige gemeente waar vanaf eind april 1943 Joden nog ‘legaal’ konden verblijven, was Amsterdam. In april ging ook een aantal Joden rechtstreeks naar Westerbork. Dat was deels gedwongen, deels vrijwillig, omdat zij hoopten daar te worden herenigd met hun naaste familieleden. Veel mensen die naar Vught kwamen, betreurden de verdrijving uit hun woonplaats, maar waren ook opgelucht dat ze niet naar Westerbork hoefden. Vanuit dit kamp, zo wisten ze, waren al veel van hun verwanten en vrienden afgevoerd ‘naar het oosten’.

De vierduizend die in april in Vught aankwamen, waren niet evenredig afkomstig uit alle delen van Nederland. Dat had verschillende oorzaken. Een aantal mensen uit de drie noordelijke provincies en uit Utrecht en Zuid-Holland ging niet naar Vught, maar direct naar Westerbork. Bovendien waren er in sommige delen van Nederland begin april 1943 al bijna geen Joden meer. Dat gold met name voor Groningen, Friesland, Drenthe en veel steden in Zuid-Holland. In de provincies Overijssel, Gelderland en Limburg waren op 10 april nog veel ouderen in hun woonplaats aanwezig. Zij maakten deel uit van de groep die naar Vught moest verhuizen. In Noord-Brabant was het aantal ouderen lager dan in de hiervoor genoemde drie provincies omdat hier in enkele gemeenten oudere Joden al in november 1942waren opgehaald.

Van Vught naar Westerbork

Op 8 mei ontstond grote beroering in het Judenlager Vught. Er werd een bericht omgeroepen dat alle ouderen zouden worden overgeplaatst naar Westerbork. David Koker, een Joodse gevangene, hield in Vught een dagboek bij. Hij schrijft over hun vertrek: ‘Oude mensen, gesteund tussen jonge (…), gebogen onder bagage allen, op rug en schouders (…) alsof ze van de ene barak naar de andere gingen en niet naar Polen’. Koker en zijn medegevangenen hadden geen illusies meer over de toekomst: ook in Kamp Vught mochten de Joden niet blijven. 2506 mensen ‘verhuisden’ op 8 en 9 mei in twee transporten van Vught naar Westerbork: gevangenen ouder dan zestig jaar, sommige met een jongere echtgenote of dochter die hen ondersteunde. Ook gezinnen met meer dan drie kinderen werden in deze transporten opgenomen, evenals de 211 patiënten van het kampziekenhuis. In Westerbork kwamen zij terecht in de barakken 57, 58 en 60; meestal man en vrouw in dezelfde barak, maar op een andere rij bedden. De zieken werden opgenomen in een van de ziekenhuisbarakken 81 tot 85.

De trein naar Sobibor van 11 mei 1943

De meeste personen die op 8 en 9 mei van Vught naar Westerbork werden vervoerd, bleven daar slechts enkele dagen. Zij moesten op 11 mei in de goederentrein stappen die hen naar Sobibor bracht, samen met 120 zogenoemde strafgevallen.

Uit de deportatielijst van 11 mei krijgen we een indruk uit welke delen van Nederland de oudere Joodse bewoners van Kamp Vught afkomstig waren. In deze trein bevonden zich 1444 personen. Ruim zeshonderd waren afkomstig uit Amsterdam, kennelijk vooral kinderrijke gezinnen. Meer dan tweehonderd kwamen uit Den Haag, Scheveningen en de rest van Zuid-Holland. Relatief grote aantallen, en dan vooral ouderen, kwamen uit Overijssel (181), Gelderland (192), Noord-Brabant (70) en Limburg (96). De zeventig Joodse Noord-Brabanders waren op dertien personen na allemaal vijftigplussers. Van de Noord-Brabanders kwamen er 52 uit de grootste Joodse gemeenschappen: Eindhoven (negen), Oss (zeventien), ’s-Hertogenbosch (veertien) en Tilburg (twaalf). Verder waren er Joden uit de kleinere gemeenten, zoals Bergen op Zoom, Boxmeer, Cuijk en Geertruidenberg. Onder de Bosschenaren bevonden zich de vier zusters Van der Heijden die op Achter ’t Stadhuis 10 een ‘Joods rusthuis’ hielden. Hun drie gasten waren een maand eerder al naar Sobibor gedeporteerd. Onder de vijf kinderen onder de zestien jaar waren de vier kinderen uit het samengestelde gezin Busnac-Frankenhuis uit Tilburg. Het valt op dat er maar één persoon uit Breda, een strafgeval, op dit transport zat: de reden is wellicht dat daar al in november 1942 veel oudere Joden bij een razzia waren opgepakt en afgevoerd naar Auschwitz.

De Limburgse ouderen waren afkomstig uit de grotere Joodse gemeenschappen: Maastricht (zeventien personen), Sittard (achttien), Heerlen (vier),Roermond (zes), Venlo (vier) en Valkenburg (acht). Maar zij, en dan vooral veekooplieden, kwamen ook uit kleine, vaak agrarische gemeenschappen: Beek (drie), Eijsden (twee), Geleen (twee), Gennep (zes), Grevenbicht (drie), Gronsveld (één) Gulpen (zes), Heer (twee), Kerkrade (twee), Meerssen (twee), Merkelbeek (één), Mook (twee), Schinnen (één) en Vaals (vier).

Relatief weinig gedeporteerden waren afkomstig uit de drie noordelijke provincies (34) en uit gemeenten in Zuid-Holland buiten Den Haag en Scheveningen en uit de provincie Utrecht. Bovendien waren onder de gedeporteerden uit Zuid-Holland, Utrecht, Groningen, Friesland en Drenthe de ouderen minder oververtegenwoordigd dan onder hen die kwamen uit Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg. De 120 ‘strafgevallen’ uit Westerbork, die in aparte wagons werden meegestuurd naar Sobibor, waren bijna allemaal jonger dan zestig jaar.

Na drie dagen, op 14 mei, kwam de trein aan in Sobibor. Iedereen was dodelijk vermoeid van de treinreis in de oncomfortabele goederenwagons. Tachtig jonge mannen, merendeels afkomstig uit de groep strafgevallen, werden geselecteerd voor dwangarbeid: het afgraven van natte turf vanuit het kamp Dorohucza. Eén van hen, Jozef Wins uit Amsterdam, overleefde de oorlog. Ook twee jonge Brabanders uit het transport, de 19-jarige Leo Cohen uit Breda en de 24-jarige Herman Jesaijes uit ‘s-Hertogenbosch, werden doorgestuurd naar Dorohucza en zijn daar uiterlijk op 30 november 1943 omgekomen. Maar verreweg de meesten uit de trein van 11 mei, ongeveer 1360 mensen, werden het naast het spoor gelegen kamp binnengeleid, gescheiden in mannen en vrouwen, en vervolgens in groepen van ongeveer vijfhonderd mensen onmiddellijk vermoord in de gaskamer van Sobibor.

Herman en Annelies van Rens-Wilms

Bronnen:

www.joodsmonument.nl

David Koker, Dagboek geschreven in Vught (eerste druk Amsterdam 1977; vierde druk 2006).

Janneke de Moei, Joodse kinderen in het kamp Vught (Vught 1999).

Herman van Rens, Vervolgd in Limburg. Joden en Sinti in Nederlands-Limburg tijdens de Tweede Wereldoorlog. Maaslandse Monografieën 76 (Hilversum 2013).

‘Vertrek van de Joodse families uit Gennep’ op https://youtube.com/watch?v=ZapL82j7XwY&feature=shares

Dit artikel kwam tot stand met medewerking van Frank van Doorn, die promotieonderzoek doet naar de Noord-Brabantse Joden tussen 1930 en 1945; Jeroen van den Eijnde, directeur van Nationaal Monument Kamp Vught; Bernolf Kramer, bestuurslid van de Stichting Sobibor; Bert Oomen, die promotieonderzoek doet naar Kamp Vught; en Arnoud-Jan Bijsterveld, die voor Brabant Herinnert werkt aan Het andere verhaal van Noord-Brabant en de Noord-Brabanders in de Tweede Wereldoorlog.

 

Sjiwwe voor Sobibor

By Nieuws

Foto’s gemaakt door Sake Elzinga

Jongerentheater over de Sobibor transporten

Van 23 maart tot 6 juli spelen jonge theatermakers de voorstellingenreeks Sjiwwe voor Sobibor. In zeven voorstellingen onderzoeken zeven jongeren nieuwe manieren van herdenken, tachtig jaar na de transporten vanuit Nederland naar vernietigingskamp Sobibor.

In 1943 vertrokken er negentien treinen vanuit kamp Westerbork met als eindbestemming Sobibor. De 34.313 gedeporteerde Joodse Nederlanders en vluchtelingen werden bijna allemaal vrijwel direct bij aankomst vermoord. Van hen wisten slechts achttien te overleven.

Bij het maken van de voorstellingen onderzoeken jongeren van Roestvrij theater uit Dwingeloo het systeem achter de deportaties, de persoonlijke verhalen van de slachtoffers en ontwikkelen zij nieuwe rituelen om te herdenken en te rouwen. Sjiwwe is de zevendaagse rouwperiode in de Joodse traditie, maar betekent ook ‘zitten’ en is het woord voor het getal zeven in Jiddisj.

De zeven korte voorstellingen hebben elk een uniek karakter en worden meerdere keren uitgevoerd op de datum van een transport. De voorstelling van 8 juni wordt tevens in het Vondelpark Amsterdam (1 juni) en Nationaal Monument Kamp Vught (4 juni) gespeeld.

Speeldata

Donderdag 23 maart – Herinneringscentrum Kamp Westerbork – 13:00 uur

Donderdag 13 april – Herinneringscentrum Kamp Westerbork – 11:00 en 13:00 uur

Donderdag 4 mei –  Dodenherdenking Nationaal Monument Westerbork

Donderdag 8 juni  – Herinneringscentrum Kamp Westerbork – 11:00 en 13:00 uur

Donderdag 6 juli – Herinneringscentrum Kamp Westerbork – 11:00 en 13:00 uur

 

Extra speellocaties:

Donderdag 1 juni – locatie Vondelpark Amsterdam in samenwerking met Stichting Sobibor

Zondag 4 juni – locatie Nationaal Monument Kamp Vught

 

Kijk hier voor tijden en het reserveren van gratis tickets.

Sjiwwe voor Sobibor – Jongerentheater over de Sobibor transporten is een samenwerking van Herinneringscentrum Kamp Westerbork, Theater Na de Dam, Roestvrij theater en Stichting Sobibor.