Mijn tantes Sophia Koltof-Cohen, Geertruida Cohen en Hinne Cohen (steen 115)
Sophia en Geertruida waren dochters van Levie Cohen (1825-1906) en Debora Frank (1826-1887). Sophia is op 05-10-1865 in Winschoten geboren. Op 22-08-1867 “des voormiddags te zes uur” zijn Geertruida en Ali geboren: een tweeling. Hun vader Levie Cohen was een broer van mijn overgrootmoeder Mereltje (Mietje) Bamberger-Cohen. Hij kwam uit Scheemda en is op 38-jarige leeftijd met de Debora Frank getrouwd in Winschoten. Zij was toen 37 en werkte als naaister, een beroep dat haar dochters later hebben voortgezet.
Ali was ongehuwd en heeft van 1884-1885 in Leeuwarden gewerkt als sigarenmakersknecht. In 1901 was hij patiënt in Zutphen, vanwaar hij in 1909 werd overgeplaatst naar de Joodse psychiatrische inrichting Het Apeldoornsche Bosch. Hij is daar op 18-09-1912 overleden.
Geertruida was koopvrouw en ook ongehuwd. Zij heeft blijkbaar haar hele leven in Winschoten gewoond.
Sophia was volgens het Amsterdamse Bevolkingsregister op 11-11-1882 werkzaam als dienstbode bij koopman Eliazar Monnickendam op Zwanenburgwal 34. Er hebben op dat adres achtereenvolgens vier Joodse dienstbodes gewerkt. Sophia is op 11-04-1912 met Isaak Koltof getrouwd. Hij was koopman. Hij is op 15-03-1856 in Nieuwehaske (Friesland) geboren en op 17-06-1933 in Winschoten overleden, waar hij, net als zijn schoonouders, op de Joodse begraafplaats is begraven. Na zijn dood zijn Sophia en Geertruida in Winschoten van Marktstraat 8 naar Bosstraat 17 verhuisd, waar ze schuin tegenover de sjoel een huis hadden laten bouwen. De Marktstraat is een drukke winkelstraat, maar het is niet bekend of Isaak en Sophia daar een winkel hadden. In de Bosstraat namen beide dames naaiwerk aan. Sophia zat in het bestuur van Teref Gouliem, een Joodse liefdadigheidsvereniging die kosjer voedsel bracht aan patiënten, thuis en in het ziekenhuis. Waarschijnlijk hadden Sophia en Geertruida aanvankelijk, toen de deportaties uit Winschoten begonnen, nog een Sperr, vrijstelling van transport. Na het grote transport van 3 oktober concentreerden de Duitsers de laatste Joden rond de synagoge in de Bosstraat. Zo kwam Hinne bij de zusters terecht. Sophia was toen 77, Geertruida 75 en Hinne 56 jaar.
Hinne had als huishoudster gewerkt voor de familie Maurits Drukker aan de Blijhamsterweg tot hun deportatie naar Westerbork. Alfred Drukker, hun zoon die in 1932 is geboren, heeft met zijn ouders en jongere zus via Theresienstadt de oorlog overleefd. Hij woont nu in Israël en herinnert zich nog dat Hinne heel klein was.
Hoewel Sophia, Geertruida en Hinne waarschijnlijk geen familie van elkaar waren, waren ze alle drie verwant met mij. Hinne Cohen is op 13-04-1886 in Midwolda geboren. Zij was een dochter van Elias Cohen (1850-1919) en Bouchien Wolf (1860-1895). Onze moeders waren achternichten. Hinne was de oudste van drie kinderen. Haar broer Simon en zus Trijntje hebben de oorlog overleefd. Sophia, Geertruida en Hinne hebben tot hun deportatie naar Westerbork samengewoond en zijn met 34 andere Winschoters op 17 maart 1943 op transport gesteld naar Sobibor, waar ze drie dagen later zijn vermoord.