Op 14 oktober 1943 komt een groep gevangenen in vernietigingskamp Sobibor in opstand tegen de SS-bewakers. Veertig jaar later interviewt de Nederlander Jules Schelvis, zelf overlevende van Sobibor, twaalf mannen en vrouwen die bij de opstand betrokken waren. Schelvis legde de gesprekken vast met een van de eerste consumentencamera’s. Dit unieke historische materiaal (achttien uur lang) vormt de basis van de documentaire ‘De Sobibor Tapes’ die de EO uitzendt in het kader van de ‘Internationale Herdenkingsdag van de Slachtoffers van de Holocaust’ op woensdag 27 januari.
De unieke beelden zijn het enige levende bewijs van de opstand in het vernietigingskamp Sobibor. Indrukwekkende getuigenissen van overlevenden over de onmenselijke gebeurtenissen binnen de afrastering van het kamp. Getuigen die tijdens de gesprekken opnieuw beleven hoe ze zich voelden in het kamp waar moord en vernietiging ‘gewoon’ was. De interviews met de getuigen worden afgewisseld door verhalen van onder meer Jetje Manheim en Johannes Houwink ten Cate die aan de hand van brieven, foto’s en kranten artikelen vertellen over Jules’ jarenlange inspanning om de opstand in Sobibor wereldkundig te maken. Het resultaat is een uniek verslag van hoe de Joodse revolte in Sobibor van minuut tot minuut heeft plaatsgevonden.
De getuigen
“Ik geloofde er eerlijk gezegd niet in”, zegt opstandelingenleider Sasha Pechersky in zijn interview met Jules Schelvis. Toch besloot de krijgsgevangen Sovjetmilitair door te gaan met de opstand. “Mijn belangrijkste doel was om die fascisten te doden. Misschien zouden er zo’n 15-20 mensen kunnen ontkomen om de wereld de waarheid te vertellen.”
Chaskiel Menche, verloor zijn vrouw, kind en moeder in Sobibor. Direct na aankomst werden zij omgebracht. “Ze willen dit toch geheimhouden”, zegt hij tegen Jules Schelvis. Menche besloot dat hij wraak wilde nemen en vertelt in detail hoe hij zijn nazibeulen met een bijl de hersens insloeg tijdens de opstand, waarna hij vluchtte. “Je moet de wereld laten zien wat hier gebeurt in dit kamp.”
Jules Schelvis
Tijdens de oorlog worden Jules en Rachel Schelvis vanuit Nederland naar Sobibor gedeporteerd. Jules wordt na aankomst overgeplaatst naar een ander kamp om daar tewerk te worden gesteld. Zijn vrouw Rachel wordt direct in Sobibor vermoord. In het vernietigingskamp zijn naar schatting in totaal 170.000 mensen gedood. Van de 35.000 Nederlanders die in Sobibor terecht kwamen, hebben slechts 18 mensen het overleefd. Na de opstand besluiten de nazi’s om het hele kampcomplex te vernietigen. Voor hen was het een schande dat Joodse ‘Untermenschen’ in staat waren geweest om ‘Arische’ militairen te overmeesteren.
Jules Schelvis zag het als zijn levenstaak om het verhaal van de Opstand van Sobibor openbaar te maken. Begin jaren ’80 documenteert hij samen met de slaviste Dunya Breur, het getuigenis van Sacha Pechersky, de Russische opstandelingenleider en elf andere direct betrokkenen.
Het idee was om met het materiaal een documentaire te maken, jaren voordat Claude Lanzmann en Steven Spielberg begonnen aan hun ‘oral history’-projecten over de Holocaust. Tot grote teleurstelling van Jules Schelvis is zijn documentaire over de opstand van Sobibor er nooit gekomen. Vijf jaar na zijn overlijden is zijn levenswerk nu gerealiseerd door filmmaker Piet de Blaauw en cameraman Jan Pieter Tuinstra.