Door Merel de Koning
AMSTERDAM – De eerste trein van Westerbork naar vernietigingskamp Sobibor vertrok op 2 maart 1943. Ongeveer zeventig jaar later, op 4 maart 2013, herdacht de Stichting Sobibor alle negentien transporten en de 170.000 joden die in Sobibor zijn omgebracht met de opening van het Herinneringsjaar 2013. De opening vond plaats in de Aula van de Universiteit van Amsterdam.
Na een korte inleiding van voorzitter Maarten Eddes komt de 92-jarige Jules Schelvis het podium oplopen. Met een kromme rug schuifelt hij achter een bureau. Het wordt muisstil in de zaal. Jules Schelvis is de enige overlevende van het veertiende transport naar Sobibor en richtte in 1999 de Stichting Sobibor op. Hij vertelt hoe goed zijn leven was voor de oorlog. Hoe hij op transport werd gezet tijdens de oorlog en over de omstandigheden in de trein. Zijn verhaal wordt ondersteund door foto’s op een groot scherm. Mensen uit het publiek schudden hun hoofd vol ongeloof als Jules zeer gedetailleerd vertelt dat vijftig mensen in een wagon werden gepropt en daar allemaal hun menselijke behoeften moesten doen op één ton. “We zaten als ratten in een onontkoombare val. De vraag die steeds bij mij naar boven kwam was: wanneer komen we terug?”
Na afloop wil iemand uit het publiek iets vragen. “Even mijn gehoorapparaat bijstellen”, zegt Jules. Dat zorgt voor een ontlading in de zaal. Niet lang daarna krijgt hij een staande ovatie als hij het podium verlaat.
Het wordt weer stil in de zaal. De koorleden van het Noord-Brabantse kamerkoor Ad Parnassum lopen zwijgend in een rij naar het podium. Zij voeren het stuk ‘De trein naar Sobibor’ van Mathieu Dijker op. Nederlandse teksten worden afgewisseld met religieuze Jiddische teksten. Het stuk maakte op veel mensen in het publiek een diepe indruk. “Voor mijn gevoel moesten wij het verhaal van Jules Schelvis gaan zingen”, zegt Sonja van den Dries, een van de koorleden, achteraf.
Voor haar donateurs heeft de Stichting Sobibor een herinneringsbox met publicaties over Sobibor gemaakt. Na het kooroptreden reikt Dirk Mulder, directeur van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork, de eerste herinneringsbox uit aan Jules Schelvis. “De geschiedenis van Sobibor is toch wel een beetje een vergeten geschiedenis. Auschwitz wordt vaak gezien als het symbool voor de jodenvervolging, terwijl bijna alle joodse families in Nederland wel iemand hebben verloren in Sobibor.”
Door de Stichting Sobibor en Jules Schelvis krijgt de “vergeten” geschiedenis van Sobibor meer aandacht. Jules Schelvis schreef er verschillende boeken over, waaronder ‘Binnen de Poorten’ en ‘Er reed een trein naar Sobibor’, waarin hij vertelt over zijn oorlogservaringen.