Transport 14, 1 juni 1943
In de veertiende trein die van Westerbork naar Sobibor ging, bevonden zich 3006 mannen, vrouwen en kinderen. Bij aankomst in Sobibor werd vrijwel iedereen nog dezelfde dag vergast. Een groep van 80 mannen was geselecteerd om in een ander kamp dwangarbeid te verrichten. Jules Schelvis mocht zich als laatste aansluiten bij deze groep. Zijn vrouw Rachel Borzykowski zou hij nooit meer zien.
Schelvis bleek na de Tweede Wereldoorlog de enige overlevende van dit veertiende transport. Na zijn pensionering werden zijn oorlogservaringen gepubliceerd (Binnen de poorten) en schreef hij het standaardwerk Vernietigingskamp Sobibor. In 1999 richtte hij de Stichting Sobibor op.