Transport 3 | Westerbork – Sobibor | 17 maart | 964 personen | 1 overlevende

Op 17 maart 1943 vertrekt het derde transport vanuit Westerbork naar Sobibor. 964 personen maken deel uit van dit transport. Een van deze personen is Werner Abernau. Hij werd op 26 juni 1901 geboren in Berlijn. Na vele omzwervingen kwam hij in Nederland terecht en werd als Duitse vluchteling geïnterneerd in Kamp Westerbork. Hij verbleef er van 26 Februari 1942 tot aan 17 Maart 1943 toen hij naar Sobibor werd gedeporteerd en na aankomst direct werd vermoord.

Wie was Werner Abernau?
Werner werd in 1901 geboren in Berlijn en behoorde tot het gezin van Wilhelm Abramczyk en Gertrud Arnheim. Wilhelm Abramczyk, geboren Potsdam in 1864, trouwde in Berlijn met Gertrud Arnheim uit 1877. Het is echter nooit officieel duidelijk geworden of Werner nu een eigen kind was, of dat het een aangenomen zoon was, die later zijn naam heeft veranderd. In een later document bleek hij te zijn vermeld als “familielid”, en in het midden van de 1920er jaren woonde hij op hetzelfde adres als de familie Abramczyk.

Werner Abernau was koopman en stichtte in 1925 een onderneming die zich bezighield met de handel in verf. Vijf jaar later investeerde hij in de industrie, hield zich bezig met de organisatie van leveranties van stalen componenten ten behoeve van de reparatiesector naar Frankrijk en ging zich tenslotte ging toeleggen op het op bestelling leveren van catalogi ten behoeve van de industrie. 

In 1937 werd hij in contact gebracht met Raoul Wallenberg in Zweden. Abernau bezat talloze patenten waar Wallenberg mogelijk interesse voor zou kunnen hebben. Als Duitse vluchteling en vreemdeling echter, mocht hij in Zweden niet langer dan drie maanden verblijven en daarom reisde hij telkens heen en weer tussen Zweden en Zwitserland, waar hij eind 1934 vanuit Duitsland naar was uitgeweken. Toch lukte het hem om in Stockholm een onderneming op te zetten die hij samen met een Zweedse advocaat leidde onder de naam Svensk-Schweiziska Industrisyndikatet (Swedish-Swiss Industrial Syndicate).

In het voorjaar van 1937 nam Raoul Wallenberg deel in een patent wat Abernau verkregen had tijdens zijn verblijf in Zwitserland, een handige uitneembare kurk voor glazen flessen. Productiemachines waren al gekocht en geplaatst in een fabriekje in het Westen van de stad. De bedoeling was om de “snelkurken” in Zweden en in het buitenland te verkopen. Onderhandelingen waren al gaande met inkopers uit Oostenrijk, Hongarije, Tsjech-Slowakije en Zwitserland.

In Juli 1937, tijdens een reis naar Oostenrijk werd Werner Abernau door de politie van Salzburg gearresteerd en opgesloten in de gevangenis. Hij zou gearresteerd zijn wegens ontucht met een minderjarige. Wallenberg vroeg zich toen af of Abernau misschien homoseksueel was maar hij wist ook dat Abernau ook vrouwen ontmoette. Na drie weken werd Abernau echter uit de gevangenis ontslagen en geheel in zijn eer hersteld.

Terug in Stockholm kreeg Abernau een nieuwe kans met zijn kurken toen hij twee Amerikanen ontmoette die hij zijn “snelkurken” demonstreerde. Er kwamen flessen uit Amerika waarop de kurken getest werden. Intussen werd het bedrijf van Abernau en zijn Zweedse compagnon een veelzijdige onderneming. Samen met Wallenberg probeerden zij allerlei ideeën uit: de ene keer ging het over betonnen tegels en de andere keer weer over een substantie om behang mee te reinigen. Het nieuwste project wat Abernau aanpakte was een productiemethode voor messing componenten voor armaturen, waarvoor hij de alleenrechten in Zwitserland had verworven. Echter in die periode leefde Werner Abernau al in “geleende tijd”.

In de herfst van 1937 ontving het vreemdelingenbureau van de “National Board for Health and Welfare” een klacht over Abernau. Een Zweedse firma vond het nodig de autoriteiten te tippen over het ongepaste feit dat de Duitse burger Abernau kon wonen in Dalarö en een bedrijf in Zweden kon leiden, zonder een vaste woon- en verblijfplaats te hebben en ook geen werkvergunning. Het één leidde zo naar het ander. Op Vrijdag 21 Januari 1938 wachtten twee politieagenten Werner Abernau bij de bushalte op toen hij in die namiddag op weg was naar zijn hostel en werd meegenomen naar het politiebureau voor ondervraging. Abernau trachtte uit te leggen dat hij geen enkele regel had overtreden en dat hij nooit langer dan drie maanden per keer in het land verbleef en dat hij momenteel midden in een grote internationale deal onderhandelingen voerde, waar zelfs de Enskilda Bank in zou kunnen deelnemen.

Dit was allemaal waar maar de politie wenste hem niet te geloven. Drie dagen later, op 24 Januari 1938 besloot de National Board for Health and Welfare dat Werner Abernau per direct het land zou worden uitgezet. De hernieuwde invoering van de Vreemdelingenwet sorteerde effect. Nu antisemitische ambtenaren op het Departement voor Vreemdelingen zeggenschap kregen was het lot van Joodse vluchtelingen bezegeld. Werner Abernau was de eerste die onder deze “nieuwe regeling” het land werd uitgezet.

Werner Abernau kwam terecht in Nederland en vestigde zich in het Sitiopark 3 in Doorn. 

Als Duitse vluchteling werd Werner Abernau geïnterneerd in Kamp Westerbork. Op zijn registratiekaart staat hij vermeld als “oud kampbewoner”. 

Oud kampbewoner Werner Abernau verbleef in Kamp Westerbork in barak 45, totdat hij op 17 Maart 1943 werd gedeporteerd naar Sobibor waar hij bij aankomst op 20 Maart 1943 onmiddellijk werd vermoord.

Bronnen:

  • Joodsmonument.nl 
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork